De uitspraak dat het massacentrum 2 km dichter bij de Aarde ligt ben ik op diverse plaatsen tegengekomen, helaas waren de bronnen niet verifieerbaar. Een goede bron zou gewaardeerd worden. Jouw 'denk in extremen' gedachte heb ik ook gevolgd. Mijn voorlopige conclusies zijn:
Als de bollen verschillende massa's hebben, het massacentrum ligt dus niet midden op de staaf, dan wordt het interessant. Net even wat in een calculator getikt, en als ik het goed heb zijn dit de uitkomsten voor een staaf van 1001 km lang met aan de ene zijde een massa van 1000 kg en aan de andere zijde 1 kg. De staaf is volkomen rigide en massaloos. De hoogte van het massacentrum, de rode stip, is 8000 km boven het centrum van de aarde (even op de afb. klikken):
- gravitatiekrachten niet homogene massa 1341 keer bekeken
We hebben dan 3 uitersten:
stand A is labiel. Een minimale schommeling zou uiteindelijk tot een uitlijning van de lange as richting zwaartekrachtcentrum aarde leiden.
stand B is stabiel. Nu wordt de grootste kracht op het geheel uitgeoefend.
stand C is metastabiel. De kracht is kleiner dan bij B, maar (verrassend) groter dan bij A.
- meta-in-stabiel 1341 keer bekeken
M.a.w. als ik het goed zie, zijn er twee stabiele toestanden, en de situatie van de Maan komt overeen met de metastabiele situatie C.
Zou dit de oplossing zijn?
dit geen stabiele situatie is en de zaak zó zal draaien dat beide bollen tenslotte in eenzelfde baan terecht zullen komen (en dus met de stok evenwijdig aan een raaklijn aan de baan)?
Volgens mij niet. Ook voor even zware bollen (waarbij het massacentrum dus precies in het middel van de staaf ligt), geldt dat de grootste gravitatiekracht wordt uitgeoefend als de staaf met zijn lengteas naar het zwaartekrachtscentrum wijst en een van de twee bollen dus zo dichtbij mogelijk is.
\(g=\frac{G.M}{r^2}\)
G.M in de gravitatieformule kan je bij dezelfde planeet beschouwen als een constante, dus dan is voor de uitgeoefende kracht alleen de som van het reciproke kwadraat van de stralen r van belang (1/6
2 + 1/4
2 is groter dan 1/5
2 + 1/5
2). Twee gelijke bollen aan een staaf die een raaklijn is aan de omloopbaan, is dus m.i. ook een labiel evenwicht.
Er zijn meen ik ook pointing experimenten ontworpen op basis van dit principe, maar die kan ik nu helaas niet vinden. Bij een homogene bol is er geen voorkeursstand, maar natuurlijk nog wel tidal locking bij eventuele vervorming.