Mijn boek (Problem Solving Strategies, Arthur Engel) vertelt mij:
Als geen van de getallen a, a+d, a+2d, ... a+(n-1)d deelbaar is door n, dan zijn d en n copriem (onderling ondeelbaar)
Volgens mij klopt hier iets niet. Omdat de restklasse 0 niet voorkomt (dat is gegeven) zijn er n-1 mogelijke restklassen mod n en er staan n getallen in het rijtje. Volgens het duiventilprincipe zijn er dan twee getallen met dezelfde rest mod n.
a + du = k mod n
a + dv = k mod n
Dus d(u-v) = 0 mod n, maar n is zeker geen deler van u-v (dat getal is kleiner dan n) en dus zijn d en n juist niet copriem.
Of expliciet: a = 1, d = 2, n = 4
Geen van de getallen 1, 3, 5, 7 is deelbaar door 4. Dus 4 en 2 zijn copriem. Dat is onzin.
Zie ik iets finaal over het hoofd (lees ik een begrip verkeerd?) of staat er echt een fout in het boek? Help!