Geen enkele uitleg wiskude boek, waarom?

[warshade14]

Hallo iedereen,
 
Ik heb pas gelden het boek Wiskunde voor het hoger onderwijs aangeschaft.
Nu ben ik bij hoofdstuk 1 en ga ik al de fout in door de extreme matige uitleg.
 
Het gaat om de volgende sommen:
 
https://drive.google.com/file/d/0B21RVje150Y-aTVyUU5mZjcxNjQ/edit?usp=sharing
 
Ik ben zelf meer van het opzoeken op youtube, ik vind de uitleg daar super goed (mits je weet waar je naar zoekt). Ik hoop dat iemand mij kan helpen hoe dit soort vergelijkingen (met delingen) in het engels heten zodat ik dit op kan zoeken.
 
Of kan iemand me uitleggen hoe ik deze sommen kan tackelen.
 
Met vriendelijke groet,
Kees.

[Fuzzwood]

Bij c en d: hoe zou je normaal bij een deling van 1/x de x kwijtraken?

[Safe]

Goed, bv x-1/x=0... , laat eens zien hoe jij 3-1/3 behandelt ...

[warshade14]

Bij c en d: hoe zou je normaal bij een deling van 1/x de x kwijtraken?

door te vermenigvuldigen. Vind het alleen apart dat je dan ook dan bij bijvoorbeeld x-1/2=0 de eerste x moet vermigvuldigen met X.
Anyways, waarom zijn de boeken van zulke slechte kwaliteit en dan bedoel ik m.b.t. uitleg.

[Safe]

Kan je breuken optellen, dat zal zeker ook in je boek staan!
En ga eens verder ipv te klagen (wat je weinig zal helpen) ...

[Fuzzwood]

door te vermenigvuldigen. Vind het alleen apart dat je dan ook dan bij bijvoorbeeld x-1/2=0 de eerste x moet vermigvuldigen met X.
Anyways, waarom zijn de boeken van zulke slechte kwaliteit en dan bedoel ik m.b.t. uitleg.

Omdat VWO wiskunde geen voorkauwwiskunde is en je leert door zelf te puzzelen, keihard op je bek te gaan en het gewoon nog eens te proberen. Universitair is het nog beter.
 
Verder, als jij dat apart vindt snap je de rekenregels die op normale sommen van toepassing zijn ook niet.
 
Als 3+4 gelijk is aan 7, dan moet (3+4)²gelijk zijn aan 49. Volgens mij is 3 + 16 gelijk aan 19, niet aan 49 en is 9 + 12 + 12 + 16 wel gelijk aan 49.
 
Merkwaardig product (a + b)² = a^² + 2ab + b² toegepast op normale getallen. Voor andere varianten zijn deze regels niet anders. Voer je op de linkerhelft van een vergelijking een bewerking uit, dan moet dat ook op het geheel van de rechterhelft gebeuren en niet op een deel ervan.

[aadkr]

opgave :c

\(\left(\frac{3}{p}-1 \right) \cdot \left(2+\frac{4}{p}\right)=0\)

hoe zou  jij dit aanpakken.
Let op: er zijn in principe twee mogelijkheden om deze vraag op te lossen.