Het "muntjes-experiment" was zo gek nog niet. Ik zou hem conbineren met de suggestie van Anton om een stuk of 100 dobbelstenen te gebruiken.
Geef iedere leerling 4 dobbelstenen. Elke ronden moeten ze 4 dobbelstenen werpen. Elke dobbelsteen die "6" aangeeft moet worden ingeleverd. Elke ronde hou je dan op het bord bij hoeveel dobbelstenen er zijn ingeleverd, en hoeveel er dus over zijn.
Door het grotere aantal en de kleinere uitvalkans spelen fluctuaties een kleinere rol. Ik heb net even een aantal experimenten gesimuleerd, en hoewel er veel variatie zit in het precieze verloop, is er toch telkens wel een exponentiële curve te herkennen, én is er steevast een halfwaardetijd te ontdekken van 4 rondes (+/- 1).
Enige nadeel is dat het een stuk of 25-30 rondes kan duren voor álle dobbelstenen zijn ingeleverd. Ik kan me voorstellen dat dat te lang gaat duren, dat de leerlingen hun aandacht gaan verliezen.