"Door het gas loopt een elektrische stroom. De in de lamp aanwezige
vrije elektronen en
ionen geleiden de stroom: er vindt een
gasontlading plaats. Vrije elektronen, die onder invloed van het aanwezige
elektrische veld worden versneld, botsen met de
atomen van het gas en met de metaalatomen. Bij deze botsing worden de elektronen, die zich in het hoogste energieniveau van het atoom bevinden
aangeslagen naar een nog hoger energieniveau. Bij terugval naar het oorspronkelijk energieniveau wordt een
foton oftewel
elektromagnetische straling uitgezonden, soms in de vorm van zichtbaar
licht, maar ook vaak in de vorm van
ultraviolete straling. Deze straling wordt omgezet in zichtbaar licht door middel van
fluorescerende stoffen aangebracht aan de binnenkant van de lamp."
"Een <b>kwiklamp</b> is een
gasontladingslamp die gevuld is met
kwikdamp. De ontlading veroorzaakt mede door de
fluorescerende laag op de binnenzijde van de ballon, een helder wit
licht".
Dit lees ik dan. Wat ik me dan afvraag is hoe het kan dat een elektron van een kwik-atoom zowel licht in de vorm van uv-licht als verschillende soorten zichtbare licht kan uitzenden in aanmerking genomen dat het alleen de buitenste elektronen zijn die worden aangeslagen. Ik veronderstel (wellicht ten onrechte) dat al die elektronen dezelfde energie bevatten (ze zitten immers in dezelfde schil?!) terwijl ze toch andere fotonen genereren. Hoe kan dat? En in hoeverre is het spectrum te wijten aan de kwikdamp zelf en in hoeverre aan de flurorescerende stoffen aan de binnenkant (als dat überhaupt iets uitmaakt voor de 'principiële' kwestie van ongelijke uitstraling?