Om nog één keer op de spiraal r=a+αb terug te komen: Het is duidelijk dat r vanaf α=0 en gerekend vanuit (0,0) moet teruglopen. Als α=0 dan is r=b=128 (=x, y=0). Maar als α=αmax=147°(=2,56(rad)) dan is b=0 en a=128 dus ook r, omdat r=a+2,56x0=128. Dit is toch in in tegenspraak met een teruglopende r bij toenemende α?
En stel we nemen αmax=4π. Moet in de snijpunten van de spiraal met de x-as (als α=0 en α=2π), d,w.z rechts van de y-as, de spiraal niet loodrecht op de x-as (y=0) staan en links van de y-as loodrecht op de lijn y=1/2r (als α=3/2π (x=-5/2π), en α=7/2π (x=-r), waarin r de straal van de cirkel is? Bovendien zal de spiraal loodrecht op de lijn x=0 staan als α=π en als α=3π (dit geldt Natuurlijk voor alle waarden voor α, alleen zullen dan meerdere snijpunten ontstaan αmax toeneemt, met verschillende waarden voor x en y). Neem bijvoorbeeld αmax=6π. Je kunt zelf dan wel bepalen waar die snijpunten rechts van de y-as met de x-as zich bevinden (6π, 4π en 2π) en inzien dat de spiraal loodrecht op de x-as staat en waar de snijpunten van de spiraal. Voor α=7,34π zullen de snijpunten geen mooie veelvouden van π zijn.