Gebruikersavatar
martino19
Artikelen: 0
Berichten: 38
Lid geworden op: za 13 jun 2015, 17:20

polair of apolair

Geachte
 
kunt er mij iemand zeggen wanneer een stof polair is of apolair is
of kan verwijzen naar een site of een document
 
al vast bedankt
voor de moeite
Mv
Gebruikersavatar
mathfreak
Pluimdrager
Artikelen: 0
Berichten: 3.505
Lid geworden op: zo 28 dec 2008, 16:22

Re: polair of apolair

"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Gebruikersavatar
Marko
Artikelen: 0
Berichten: 10.611
Lid geworden op: vr 03 nov 2006, 23:08

Re: polair of apolair

Verwijzing: Wikipedia
Cetero censeo Senseo non esse bibendum
Gebruikersavatar
HeisenbergNL
Artikelen: 0
Berichten: 65
Lid geworden op: wo 28 mei 2014, 18:19

Re: polair of apolair

Het filmpje dat het beste het verschil tussen polair en apolair uitlegt en laat zien hoe je kan bepalen van een stof welke van de twee het is, is van CrashCourse, het is misschien wel erg diepgaand en het is verder in het filmpje wel wat ingewikkelder maar ik denk dat het hetgeen wat je vraagt zeer goed uitlegt. Het is wel in het Engels maar ik denk dat je het wel zal begrijpen: http://youtu.be/PVL24HAesnc
Gebruikersavatar
martino19
Artikelen: 0
Berichten: 38
Lid geworden op: za 13 jun 2015, 17:20

Re: polair of apolair

bedankt voor de hulp
Ramia
Artikelen: 0
Berichten: 1
Lid geworden op: ma 15 jun 2015, 10:48

Re: polair of apolair

Er staan een grote hoeveelheid Scheikundelessen op youtube, van scheikundeleraar Sieger Kooij. In  scheikundeles 9 behandelt hij het onderwerp polair en apolair. In het Nederlands.  Een aanrader! Succes!
Gebruikersavatar
ENoeth
Artikelen: 0
Berichten: 69
Lid geworden op: vr 14 aug 2015, 17:25

Re: polair of apolair

De voorwaarden om af te leiden of een stof polair of apolair is kun je afleiden uit de geometrie en polariteit van water:
- De eerste voorwaarde heeft te maken met ΔEN (verschil in elektronegatieve waarde) tussen de EN-waarden van de betrokken atomen.
Deze voorwaarde bepaalt het soort binding (polair covalent, ionbinding of apolair covalent) tussen de atomen. 
Is het verschil in EN-waarde gelijk aan 0 of kleiner of gelijk aan 0,4 ( [0;0,4] in interval) dan heb je een apolaire covalente binding.
Is het verschil gelijk aan 0,4 of kleiner of gelijk aan 0,9 ( [0,4;0,9] ) dan heb je een polaire covalente binding.
Is het verschil gelijk aan 1,9 of kleiner of gelijk aan 3,3 (hoogste waarde ΔEN) (of [1,9;3,3] ) dan heb je een ionbinding.
Voorbeeld: In water heeft H een EN-waarde van 2,1 en O van 3,4, dus het verschil in beide EN-waarden is 1,3. Als je deze waarde vergelijkt met de bovenstaande zal je zien dat de H-atomen en het O-atoom polair covalent gebonden zijn.
- De tweede voorwaarde heeft te maken met de geometrie van de molecule. 
De atomen van een molecule dragen verscheidene deelladingen, aangeduid met δ- voor een negatieve deellading en δ+ voor een positieve. Het meest elektronegatieve atoom (element met hoogste EN-waarde) draagt een negatieve lading, het meest elektropositieve atoom (element met laagste EN-waarde) draagt een positieve lading delta +. Dus in de molecule H2O draagt O de deellading δ- en de twee H-atomen δ+. 
Bij elke lading kun je een ladingswolk tekenen. Dat is een denkbeeldige cirkel waarbinnen zich alle atomen bevinden die dezelfde deelladingen dragen. Die ladingswolken (positieve en negatieve) kunnen eventueel gescheiden worden door een scheidingsas. En nu komt de tweede voorwaarde:
Als je een duidelijk scheidingsas kunt tekenen tussen de positieve en negatieve ladingswolk (asymmetrisch), is de molecule polair. Kun je er geen tekenen (symmetrisch) dan is de molecule (sowieso) apolair.
Water is polair omdat je een scheidingsas kunt tekenen (watermolecule heeft een hoek van 109°) en de bindingen zijn polair.
MAAR om definitief te weten of de molecule polair of apolair is, moet je de twee voorwaarden combineren.
Overzicht:
  • Geen scheidingsas tussen ladingswolken (symmetrie) en ΔEN = 0 ====> apolaire molecule
  • Geen scheidingsas tussen ladingswolken (symmetrie) en ΔEN is niet 0 ====> apolaire molecule
  • Wel scheidingsas tussen ladingswolken (asymmetrie) en ΔEN = 0 ====> apolaire molecule
  • Wel schedingsas tussen ladingswolken (asymmetrie) en ΔEN is niet 0 ====> polaire molecule
Voorbeeld:
  1. Methaan CH4
Eerste voorwaarde: polariteit van de bindingen. EN (H) = 2,1 en EN (C) = 2,6, dus ΔEN = 0,5 (zie boven) ==> polaire covalente bindingen.
Tweede voorwaarde: geometrie van de molecule: (zie beneden structuurformule)negatieve ladingswolk rond C en dan een grote ladingswolk die alle H-atomen erin bevat. Je kunt geen scheidingsas tekenen, want het centrum van de negatieve ladingswolk valt samen met het centrum van de grotere, positieve wolk. ===> apolair
      H
H - C - H (structuurformule)
      H
Neem het overzicht er effen bij: geen scheidingsas met verschil in EN is niet 0 ===> methaan is apolair
 
2. Waterstofchloride HCl
 
Eerste voorwaarde: polariteit van de bindingen
EN(H) = 2,1 en EN(Cl) = 3,2, dus ΔEN = 1,1 (zie boven) ====> polaire covalente bindingen.
Tweede voorwaarde: geometrie van de molecule: (zie beneden structuurformule)De negatieve wolk komt rond het element met de grootste EN-waarde, dus rond chloor. De positieve rond waterstof. Je kunt twee verschillende wolken onderscheiden en je kunt er een duidelijk scheidingsas tussen tekenen (het centrum van de negatieve wolk valt NIET samen met het centrum van de positieve). ===> polair
 
H - Cl (structuurformule)
 
We bekijken het overzicht: Wel scheidingsas tussen de ladingswolken en het verschil in EN-waarde is niet 0 ===> polair. HCl is een polaire molecule.
 
Ik hoop dat ik heb kunnen helpen. Er staan veel filmpjes i.v.m. chemie op youtube, dus daar zul je ook veel handige uitleg vinden.
Gebruikersavatar
Marko
Artikelen: 0
Berichten: 10.611
Lid geworden op: vr 03 nov 2006, 23:08

Re: polair of apolair

Een mooi verhaal, dat grotendeels correct is.
 
Alleen: De C-H binding is echt niet polair. 
 
De EN-waardes die je noemt komen mij vreemd voor, waar komen deze vandaan? Gangbaar, dat wil zeggen de definitie van Pauling die voor dit soort dingen het meest wordt gebruikt, is 2.2 voor H en 2.5 voor C. 
 
Voor de rest: De grenzen die je noemt zijn arbitrair en moeten alleen als ruwe vuistregel worden gebruikt. Afhankelijk van de literatuur vind je voor het onderscheid polair/ion een waarde van 1.6 tot 2.0. De uitzondering bevestigt de regel. Er zijn bindingen met een EN-verschil van 2 die toch covalent zijn en er zijn ionbindingen waar het EN-verschil kleiner is dan 1.6
Cetero censeo Senseo non esse bibendum
Gebruikersavatar
ENoeth
Artikelen: 0
Berichten: 69
Lid geworden op: vr 14 aug 2015, 17:25

Re: polair of apolair

Inderdaad; er zijn (natuurlijk) uitzonderingen op de regel van de soort binding, zoals de C-H binding (koolstofchemie). Deze zijn apolair.
De EN-waarden van waterstof en koolstof worden me zo aangeleerd: EN (H) = 2,1 en EN ( C ) = 2,6  :shock:  Dus bij het bepalen van de soort binding tussen de H- en C-atomen van methaan hield ik rekening met het verschil tussen de beide EN-waarden (want ik had het zo uitgelegd) en niet met het feit dat C-H bindingen apolair zijn.
De regel over de ladingswolken is inderdaad een ruwe vuistregel, maar als je de structuur van de molecule kent (bv. H2O is een geknikte molecule), kan dit een handig regeltje zijn om toe te passen. 
De indeling van de bindingen (polair covalent/apolair covalent/ionbinding) is heel genuanceerd. Er zijn wel uitzonderingen, maar ik heb de meest gangbare waarden genoteerd. Ik heb een heel eenvoudige uitleg gegeven, zonder de uitzonderingen echt te bespreken: dat bespaart de lezer veel moeite bij het eventuele instuderen van de voorwaarden.  :mrgreen:
Gebruikersavatar
Marko
Artikelen: 0
Berichten: 10.611
Lid geworden op: vr 03 nov 2006, 23:08

Re: polair of apolair

Dat de C-H binding apolair is, is nu juist geen uitzondering. Het is eenvoudigweg de consequentie van het kleine verschil in elektronegativiteit tussen C en H.
 
De ruwe vuistregel die ik noemde heeft betrekking op de classificatie: je noemt "kleiner dan of gelijk aan 1.9" alsof die 1.9 een strakke grens is. Het tegendeel is waar, en daardoor kan het ook voorkomen dat je afhankelijk van de opleiding of het gebruikte boek waardes als 1.6 of 2.0 tegenkomt, en alles daartussen voor deze "grens".
 
Vandaard dat ik altijd scherp ben op mensen die een waarde die ze (min of meer toevallig) uit hun boek hebben geleerd als algemeen geldende grens melden.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum
Gebruikersavatar
Benny Bracke
Artikelen: 0
Berichten: 8
Lid geworden op: do 15 okt 2015, 15:10

Re: polair of apolair

Ik wil graag reageren op dit artikel, juist omdat de regels hierover zo 'grijs' zijn. Ik heb nooit echt de definities uit mijn hoofd geleerd, maar toch kan ik proberen uit te leggen hoe je een polaire stof van een apolaire stof onderscheidt.
 
Je moet een molecule beschouwen als een structuur waar er binnenin aan de electronen wordt getrokken. Het atoom in de molecule met de grootste EN (ElectronenNegativiteit) trekt het hardst aan de electronen. Als er dus een duidelijk 'trek'-verschil is, dan is de stof polair. Ik hoop dan ook dat je het woord 'polair' dus kan omvatten alsof de electronen niet mooi verdeeld zijn in de molecule, maar dat deze meer naar een bepaalde 'pool' getrokken worden. Waar de electronen naartoe getrokken worden, noemt men binnenin de molecule 'partiëel negatief geladen'. Binnenin HCl trekt Cl met zijn hogere EN dus het hardst en de molecule is polair.
 
Natuurlijk heb je dan het probleem met de voorgenoemde 'scheidingslijn'. Wat er bedoeld wordt is, dat als 2 koordtrekkers even hard trekken aan een koord, er uiteindelijk ook niet veel gebeurd. Je hebt dan geen overwicht en de molecule is apolair. Binnenin CH4 wordt er 4 keer even hard getrokken en de stof is dus apolair.
 
Als je dit begrijpt, dan zal je ook beter kunnen begrijpen wat halogenen en functionele groepen binnenin een molecule allemaal uitspoken, en daarbovenop hoe die zorgen voor specifieke reacties.
 
Graag hoor ik verder alle kritiek op mijn standpunt.

Terug naar “Anorganische chemie en elektrochemie”