Misschien wordt het inzichtelijker als je in plaats van aan golven aan deeltjes denkt:
Een geluidsgolf in lucht bestaat uit delen met hogere en lagere druk die elkaar in een bepaald tempo (frequentie) opvolgen. Kijk je in de golven, dan zie je dat daar bij hoge druk de luchtmoleculen dichter op elkaar zitten dan bij lage druk. De geluidssnelheid ligt (min of meer) vast. Dus botsen bij hogere druk in een gegeven tijdsduur meer moleculen op het trommelvlies dan bij lagere druk.
In theorie zou het dan ook mogelijk moeten zijn om te luisteren naar het geluid van een rijtje opeenvolgende losse moleculen met een trommelvlies dat net iets groter is dan een luchtmolecuul: Een treintje van 10 moleculen botst de eerste seconde en in de tweede seconde slechts 3, daarna in de derde seconde weer 10 et cetera, een toon van 1 Hz. Het is vergelijkbaar met een morse signaal van microscopische kogeltjes die afwisselend met kleinere en grotere tussenpozen worden afgevuurd.
Wetenschappers hebben volgens
dit artikel al eens een nano-oor gemaakt dat met 60 nanometer ongeveer de afmetingen van een virus heeft.
317070 geeft hierboven al aan, dat het ook mogelijk zou moeten zijn met nog kleinere deeltjes dan luchtmoleculen. Zo kan je bijvoorbeeld ook geluidsgolven door een waterstofplasma (losse atoomkernen) sturen. De losse protonen (dichter en minder dicht opeengepakt) zouden dan de botsingen en daarmee het geluid in een ongelofelijk kleine detector kunnen veroorzaken. We zitten nu wel heel ver onder de schaal van een virus. Of zoiets zin heeft en nog wel geluid in de 'biologische' zin genoemd mag worden is een andere vraag.