Als zoiets blijkt dan weet men dat er ergens een probleem is - ofwel met de standaard/definitie, ofwel met de gevonden waarden, ofwel met beide.Inderdaad zal een eventueel niet constant zijn van de lichtsnelheid of van andere natuurconstanten uiteindelijk wel opvallen doordat de meetresultaten rare (fysisch onlogische) variaties gaan vertonen. Dat heb ik ook zelf al eerder vermeld. Maar hoe snel men dan door heeft dat de fout in de definities van de eenheden zit is de vraag. Men kan ook aan de natuurkundige theorieën sleutelen om de zaak kloppend te houden.
Heel concreet zou een variatie in lichtsnelheid direct opvallen. Je navigatiesysteem zou bijvoorbeeld idiote locaties gaan produceren. Zoiets bepaalt normaliter locatie met een precisie van meters op basis van signalen die 10.000 km onderweg zijn. 1 ppm afwijking geeft een fout in de orde van 10 meter, 100 ppm zet je op de top van een fictieve berg een kilometer van je huis terwijl je de deur uit rijdt.
De nauwkeurigheid van de metingen is overigens beter dan 1 ppb voor seconde en meter, bij een langzaam verloop zou het wetenschappers veel eerder opvallen voordat een praktisch effect meetbaar werd. Als het iets is dan instantaan veranderd door een of andere onbekende omstandigheid zou het wel voor bijzondere ver( r )assingen zorgen.