Ik wil de effecten a.g.v. relativiteit graag buiten beschouwing laten, daarom plaats ik het in het algemene forum:
Het viel me dus op dat er iets eigenaardigs gebeurt wanneer je de snelheid van een object B uitdrukt t.o.v. een object A. Namelijk dat B dan op locaties komt die niet op de lijn tussen start en eindpunt te bepalen zijn (zoals 0,333333....)
Dus nu vroeg ik me af of we dit ergens in de natuur tegenkomen, maar toen besefte ik me dat een snelheid in de 'ruimte/tijd' ook maar een figuur is en in die zin een illusie is. Wij zien een electron als een punt dat evensnel door de tijd reist als ons, maar in die ruimtetijd is het natuurlijk een lijn. zonder snelheid.
Dan vraag ik me af: hoe je zou het probleem dat ik signaleer kunnen vertalen naar die ruimtetijd. En volgens mij kom je dan tot de conclusie dat in die ruimtetijd de punten wel weer gedefinieerd zijn, omdat je dan het 'kruispunt' tussen 2 lijnen hebt (oftewel de breuk 1/3e ipv 0,3333....) die wel beiden bepaald zijn.
Dit zou dus betekenen dat doordat wij niet de ruimtetijd als geheel waarnemen maar steeds de ruimte op een gegeven tijdstip er een probleem ontstaat met de wereld om ons heen op de juiste manier waar te nemen, en dat er noodzaak ontstaat iets wat oorspronkelijk 1 lijn (afgelegde weg) is op 2 verschillende manieren uit te drukken. Want, de afgelegde weg van het object komt ook op locaties die niet op de waargenomen afgelegde weg te bepalen zijn. Er moeten dan dus ook momenten zijn waarop het object zich niet op de waargenomen afgelegde weg bevindt (te bepalen is), maar ergens anders moet zijn.
Dit geldt volgens mij zowel wanneer je uitgaat van een kleinste eenheid als plancklengtes als wanneer je over een continuum praat. Wel gaat het uit van puntobjecten dat is misschien een zwakte.
Toch lijkt het me een redelijk bizarre constatering. Wat denken jullie ervan?