Ik doe elektromechanica op school en nu heb ik examens en kom ik tot het besef dat ik eigenlijk niet goed weet wat het verschil is tussen een gelijkstroom motor en een éénfase motor. Als er zelf een verschil is? :s Ik hoop via dit forum een antwoord te krijgen om zo wat meer inzicht te kunnen krijgen in de wereld van de motors
Een gelijkstroommotor verlangt zoals de naam al zegt een gelijkspanning als voedingsbron. M.b.v. een collector en koolborstels wordt de gelijkstroom telkens door de juiste spoel op het anker geleid. Er is een magnetisch veld nodig om het anker koppel te geven. Dit kan met een veldspoel waar een deel van de gelijkstroom doorheen loopt (bv. in serie of parallel aan het anker). Met deze stroom kun je tevens de eigenschappen van de motor veranderen. Het kan ook een permanente magneet zijn; dat bespaart stroom.
Er zijn ook borstelloze gelijkstroommotoren, maar eigenlijk zijn dat 3-fase wisselstroomsynchroonmotoren met een omvormer die van gelijkspanning wisselspanning maakt.
Een 1-fase motor is een wisselspanningsmotor. Meestal een asynchroonmotor waar een anker met een kortgesloten wikkeling op zit. Er zijn verder twee vaste veldwikkelingen die 90º van elkaar zitten gemonteerd. Door de ene wikkeling wordt direct stroom gestuurd, de andere wikkeling krijgt middels een condensator een in fase verschoven stroom; hierdoor wordt het anker een kant op bewogen. Wanneer de motor loopt zal het toerental net onder de wisselspanningsfrequentie liggen. Door de kortgesloten wikkeling loopt dan stroom met een frequentie die het verschil is tussen de wisselspanning en het toerental. Deze stroom veroorzaakt het magnetisch veld dat voor het koppel van de motor nodig is. Daarom moet deze motor altijd iets langzamer lopen, anders is er geen stroom in de kortsluitwikkeling en dus ook geen koppel.
Er zijn borstelmotoren die (ook) op wisselspanning werken, ook 1-fase, in dat geval is er geen verschil in motoren.
Het is zelfs mogelijk om kleine 3 fase motoren als 1 fase motor aan te sluiten.
Er wordt dan gebruik gemaakt van de Steinmetz schakeling waarin een condensator is opgenomen.
Het kan in ster en in driehoek.
In ster komt U1 en V1 van de motor tussen fase en nul en wordt een condensator geplaatst tussen U1 en W1. U2, V2 en W2 worden met elkaar verbonden als sterpunt.
In driehoek komt U1 aan de fase en U2 aan de nul, W2 wordt met U1 verbonden, V1 met U2 en W1 met V2. De condensator komt over W1 en W2.
De capaciteit van de condensator is ongeveer 70 uF per kW.
Het vermogen is wel kleiner dan bij aansluiting op 3 fasen. Ook het aanloopkoppel is kleiner.