Een kunstenaar vraagt mij om antwoord op het volgende:
Een flink aantal vierkante plaatjes hebben allemaal een zwarte achterzijde, en een voorzijde met een gedeelte van een afbeelding. Het is dus een soort puzzel, die slechts één goede oplossing kent. Dat is die waarbij alle plaatjes met de gezichtszijde omhoog, in de juiste rotatie (0,90,180 en 270 graden) op de juiste locatie (links, boven, rechts onder) bij de juiste buur aansluiten. De achterzijde boven geldt ook als een mogelijkheid, maar dan is de rotatie niet van belang. Op hoeveel manieren is deze puzzel verkeerd te leggen?
Bij een vierkantje hebben we 5 mogelijkheden (de achterzijde boven en de 4 rotaties)
Bij twee vierkantjes hebben we 5 mogelijkheden voor het tweede stukje bij iedere 5 mogelijkheden van het eerste stukje, maar ook 4 onderlinge posities (onder-boven, boven-onder, recht-links en links-rechts. Ik zou dan denken 5*5*4=100 mogelijkheden. Bij 3 plaatjes wordt het al lastiger voor mij om het aantal mogelijkheden te bepalen.
Er zijn 286 vierkantjes, en het is ook bekend dat gaten in de afbeelding niet mogen voorkomen, alle blokjes sluiten aan in een gevulde rechthoek. Dat beperkt de uiteindelijke afmetingen m.i. dan tot 1*286, 2*143, 11*26 en 13*22, ieder met 4 rotaties.
Ik ben altijd slecht geweest in dit soort sommetjes, dus graag jullie inzicht.
Hoeveel legmogelijkheden zijn er bij 286 stukjes? Welke compacte formule berekent dit correct?