Ja, ik had al iets begrepen. De simulatie berekent de resultante gravitatiekracht van alle puntmassa's op de testmassa, en niet het tuanderpunt. Voor het tuanderpunt maakt het niet uit hoeveel massa de puntmassa's hebben, alleen de ruimtelijke organisatie telt. Maar voor de resultante kracht, die de simulatie berekent, maakt het wel degelijk uit hoe veel massa de puntmassa's hebben.Flisk schreef: Misschien helpt het zo geschreven:\(\frac{m_p(x_p-x_{tm})}{((x_p-x_{tm})^2+y^2_p+z^2_p)^{1,5}}}\)waarbij tm staat voor testmassa en p voor punt.
Dit is de x-component gravitatiekracht op de testmassa met als coördinaten (xtm,0,0) en massa 1 a.g.v. een puntmassa met als coördinaten (xp,yp,zp) en massa mp.
Hierbij is de zwaartekrachtconstante gelijk aan 1 gesteld.
Flisk schreef: EDIT:
Het wordt heel wat interessanter wanneer je een laag aantal punten kiest én een testmassa dichtbij de bol:
Hier is het verschil gigantisch, de tesmassa ligt heel dicht bij één van de weinige punten.
Ja, dat is op zich niet heel verrassend voor mij, Michel Uphof heeft eerder in dit topic ook al zoiets gevonden met een animatie voor het tuanderpunt van twee puntmassa's. Niet voor elk ruimtelijk object mag je dus het aangrijpingspunt voor de vervangpuntmassa in het geografische midden laten aangrijpen. [edit: ik moet iets preciezer zijn: Michel Uphof heeft laten zien dat het tuanderpunt kan verschuiven voor twee puntmassa's, maar dat het bary-centrum wel op dezelfde plek blijft liggen[ einde edit] Maar een bol is een heel symmetrisch object. dat maakt wel uit