Omstreeks 1750 verhitte Al Wanstone schelpen met de bedoeling er ongebluste kalk mee te maken.
(Tegenwoordig weten we dat het gaat om CaCO3 → CaO + CO2 maar daar had Wanstone nog geen benul van.
Ook van de phlogistontheorie wist hij helemaal niets, gelukkig maar.) Hij besloot te meten wat hij had en kreeg.
Dat was bijzonder in zijn tijd. Hij verhitte 370 gram schelpen en na afkoeling kreeg hij vrijwel 280 gram ongebluste kalk.
Waar zijn die 90 gram toch gebleven? Helaas voor hem had hij niet door dat er 90 gram kooldioxide ontsnapte.
Gassen waren in zijn tijd nauwelijks bekend.
Toch kreeg hij een geniale gedachte: zou die massa zijn omgezet in warmte?
Door te letten op de grootheden bedacht hij de volgende formule: <i>E = mc</i>2 waarbij <i>c</i> volgens hem de geluidsnelheid moest zijn.
Die had hij zelf gemeten en met de moderne eenheden was die snelheid volgens hem, omgerekend, 0,32 km/s.
Daaruit berekende hij dat er 9,2 kJ aan warmte moest zijn ontstaan. (Weer omgerekend naar moderne eenheden).
Helaas kon hij dat niet zo goed verifiëren, omdat hij zelf een flink vuur heeft moeten stoken.
Welk fysisch en/of chemisch commentaar komt bij u opborrelen na het lezen van deze fantasie?