Mijn gevoel zegt van niet, omdat de hoeksnelheid in beide gevallen 237,5 rad/s is
de hoeksnelheid is is het tweede geval 2x zo hoog, echter de omtreksnelheid is in beide gevallen gelijk.
Volgens mij vergis je je. De hoeksnelheid is niet afhankelijk van de lengte van de wieken.
Wanneer je de diameter halveert en het toerental gelijk houdt, neemt de lift in principe af met een factor 8.
Het effectieve oppervlak halveert en dat zorgt voor een factor 2; de snelheid halveert ook en dat levert een factor 4 op.
Het oppervlak gaat met het kwadraat van de lengte van de wieken, halveren zorgt dus ook voor een factor 4. Bovendien denk ik dat deze benadering te veel versimpeld is. Het buitenste stukje van de rotor heeft effectief het 'grootste oppervlak', én de grootste snelheid, en is dus verantwoordelijk voor veel meer lift dan eenzelfde stukje rotor dat een stuk verder naar binnen zit.
De lift schaalt kwadratisch met de snelheid en lineair met het oppervlak, dus met r
4 op een infinitesimaal stukje lijkt me. Om de totale lift te bepalen moet je dus integreren over de lengte van de wiek. Ik ben even te lui om het uit te rekenen maar ik vermoed dat het meer dan een factor 16 gaat zijn.