always schreef op 22 Dec 2015 - 15:29:Citeren
1. Maar had Aristoteles nu wel of geen gelijk? Ik weet nl. niet in hoeverre hij in zijn theorie de luchtweerstand meenam of dat hij die theorie in het vacuum bedoelde? Of ontkende hij juist het bestaan van vacuum, en had hij dus bijna 2000 jaar later onverwachts toch gelijk gekregen?
2. Ik vraag me nog wel af wat de resultaten zouden zijn van het gedachte-experiment van Galileo waarin de lichtere bol ín de zwaardere bol zou worden geplaatst. In het vacuum zouden de ballen elkaar niet raken, maar welke massa neem je mee voor de berekening van de opwaartse kracht? Moet je ze optellen of niet?
3. En wat als de vallende bol nou net zo groot zou zijn als de maan (of eventueel een tiende daarvan). Kun je dan zeggen dat de valversnelling van de maan even groot is als die van een bol van 100kg?
1. Ik geef mijn persoonlijke mening over Stevin en Aristoteles; ieder die er anders over denkt geef ik bij voorbaat gelijk!
Stevin deed een proef en hoorde geen verschil in aankomsttijd. Hem kan niets verweten worden, hij had dus gewoon (voorlopig) gelijk (zo werkt dat in de wetenschap, je hebt gelijk totdat het tegendeel wordt aangetoond.)
Aristoteles wist van de weerstand van de lucht en veronderstelde dat de valsnelheid omgekeerd evenredig zou zijn met de dichtheid van de lucht. Dat laatste blijkt nu niet juist te zijn. Met de wetten van Newton zien we nu dat de wrijving wel degelijk invloed heeft op de valversnelling, alleen is bij lucht het effect zeer gering. Aristoleles heeft dus posthuum gelijk.
2. De lichtere bol valt langzamer, dus de zwaardere haalt hem in en neemt hem mee. Op het moment dat de lichtere tegen de binnenkant van de zwaardere komt, gedragen ze zich als één lichaam en zouden de massa's opgeteld moeten worden. Dat maakt echter niets uit voor de verdere beweging van het samenstel, want de massa komt niet voor in de luchtweerstand en ook niet in de opwaartse (Archimedes) kracht.
3. De valversnelling is constant op het oppervlak van de aarde, dus groot of klein voorwerp (grote of kleine massa) maakt niet uit. Dat geldt niet voor grotere afstand tot het aardoppervlak. Als de hoogte toeneemt, neemt de zwaartekracht omgekeerd evenredig met de afstand tot het middelpunt af. En met toenemende hoogte wordt ook de atmosfeer ijler totdat het vacuum is. Als de maan en de bol van 100 kg op dezelfde plaats worden losgelaten, ondervinden ze dezelfde valversnelling.
always schreef op 07 Dec 2015 - 10:14:always schreef op 07 Dec 2015 - 10:14:
Stel je laat twee gelijkvormige ballen van 10 respc. 1 kilo in een vat met stroop vallen. Is het dan ook zo dat ze even snel op de bodem zijn? En wat zijn de factoren die de resultaten beinvloeden? Kan het zo zijn dat in stroop het zware object toch eerder op de bodem ligt (wat mijn intuitie zegt) en Aristoteles, wat dat betreft dan, toch gelijk had?
Dan is er nog je vraag naar het zakken van bollen in stroop. Als stroop een Newtonse vloeistof is, geldt daar de tot nu toe gebruikte formule voor. (Bijv. pindakaas is een niet-Newtonse maar een zg. Bingham vloeistof.) Bij Wikipedia staat stroop in een lijstje met water en andere vloeistoffen, dus nemen we maar aan dat stroop zich ook Newtons gedraagt. De dynamische viscositeit is ongeveer 105 mPa.s = 100 Pa.s. Voor water van 20 'C is dat 1,002.10-3 Pa.s, dat scheelt een factor 105, stroop is hoog-viskeus. De dichtheid van stroop is ongeveer 1300 kg/m3.
We nemen de loden bollen van Stevin, 10 kg, dia. 0,119 m en 1 kg, dia. 0,0552 m en laten die vallen in een vat van 50 cm diep. Nu is de weerstandscoëfficiënt niet meer 0,44, maar een functie van Re.
Uit de berekeningen blijkt, dat bij de zware bol na 46 cm vallen de versnelling is teruggelopen van 9,81 tot 0 m/s2 (kleiner dan 0,001 m/s2) en dat de eindsnelheid 0,710 m/s is. Hij komt op de bodem van het vat na 0,78 s. De lichte bol is al na 28 cm afgeremd tot zijn eindsnelheid van 0,166 m/s; hij zakt dus veel trager naar de bodem. Die bereikt hij dan ook pas na 3,04 s.
Dat is een fors verschil! Archimedes heeft uiteraard nog steeds gelijk, maar zou hij toen al doorgrond hebben dat de fluidum eigenschappen zo'n grote rol spelen en niet de massa?
(En met je intuitie zit het op dit punt ook wel goed ).