Okee, als ik je goed begrijp doe je het volgende:
1. Beschouwt een object dat in een zwaartekrachtsveld naar beneden valt volgens
\(h = \frac{1}{2} g t^2\)
2. Als we de baan van dit object in een tijdruimte diagram tekenen dan is deze baan een parabool.
3. Je definieert nu de "krommingsstraal" R van deze parabool als 1 gedeeld door de tweede afgeleide van h naar t.
Als we in SI-eenheden werken dan komt daar simpelweg uit: R = 1/g
Dit hoef je eigenlijk niet eens uit te rekenen, want g is per definitie de versnelling, en dus per definitie de tweede afgeleide van h naar t. De formule R = 1/g volgt dus direct uit 3, zonder dat we iets hoeven uit te rekenen.
Nou is het verschil dat jij graag c.t wil gebruiken, in plaats van t. Dat mag, en dat is eigenlijk ook beter in verband met eenheden als je wil dat de kromtestraal een afstand is, maar dan moeten we hetzelfde doen met de versnellings constante.
g heeft dan niet de waarde 9.8 m/s^2, maar:
\(\frac{9.8}{c^2} m.\)
met c de eenheidsloze waarde
\(3\cdot 10^8\)
In dat geval krijgen we dus
\( R = \frac{1}{g} = \frac{c^2}{9.8}\)
Oftewel, de straal, uitgedrukt in meters, is
\(\frac{(3 \cdot 10^8)^2}{9.8} = 9.2\cdot 10^{15}\)