Ik ben bezig met mijn profielwerkstuk over quantum mechanica. Ik richt mij vooral op de golf-deeltje dualiteit en het quantum eraser experiment/dubbelspleet experiment. Ik vroeg mij af of er een directe relatie is tussen de onzekerheidsrelatie van Heisenberg en dit experiment. Ik kan zelf namelijk nog niet echt een directe relatie vinden, maar volgens mij moet het wel veel met elkaar te maken hebben.
Er is geen directe relatie tussen het 'spleet' experiment en het onzekerheidsprincipe van Heisenberg. Die laatste vindt zijn oorsprong in 1927 maar reeds in 1801 voerde men een (simpel) spleet experiment uit. Het bewijs voor het golf-karakter van een deeltje werd dus feitelijk gevonden voordat kwantum mechanica als wetenschappelijke tak een feit was.
Wel ondersteund het spleet experiment een belangrijke eigenschap uit de kwantum mechanica, namelijk het onvoorspelbare gedrag van deeltjes c.q. processen.
In die zin hebben dergelijke experimenten juist geleid tot het onzekerheidsprincipe (dus niet onzekerheidsrelatie want dat is een algemene uitwerking van o.a. Robertson) van Heisenberg dat dus stelt dat hoe nauwkeuriger je 'x' wilt berekenen van een deeltje hoe onnauwkeuriger 'y' wordt. En dan gaat het geregeld over positie en momentum. Er is dus wel een relatie te zien, maar niet in de zin dat het spleet experiment een bewijs is voor het onzekerheidsprincipe van Heisenberg want dat zou juist betekenen dat je uitkomsten onzeker zijn en hoe bewijs je dat dat door het onzekerheidsprincipe komt?