Ik zie nu dat ik een fout heb gemaakt, dat krijg je als je te snel wilt. Het is als volgt: Deze formules komen uit de "vergeet-me-nietjes" van de werktuigbouwkunde (ik was het zelf even kwijt dus). Een inklemming aan beide zijden levert met een puntlast de volgende formules op!.
Aangezien je 2 kokerprofielen wilt gebruiken kan je het benodigde weerstandsmoment tegen buigen (3E+10) delen door 2, of te wel 1,5E10 en krijg je dus kleinere profielen.
Maar ik heb even in een staalprofielen boekje gekeken en als je werkelijk kunstof (60N/mm²) wilt toepassen dan kan ik je dat bij deze waarden afraden. Voorbeeld; een koker van de volgende afmetingen 450 x 250 x 10 (grootste uit mijn boekje), heeft een weerstandsmoment van maar 1696*10³ mm³.
Je komt dus flink te kort.
je had het over een buigsterkte of eigenlijk een toelaatbare spanning van 60N/mm², ik weet niet of dit de maximaal optredende spanning is wat leidt tot breuk. M.a.w. is deze 60 N/mm² gebaseerd met inachtneming van een veiligheidsfactor en ligt de daadwerkelijke breuk spanning hoger?. Dus waar komt deze 60 N/mm² vandaan, bron: leverancier?
Kunststof is nou niet echt een constructiemateriaal en dan laat ik de doorbuiging nog buiten beschouwing. Mogelijkheid is om glazvezel versterkte kunststoffen te gaan toepassen maar verwacht hier ook geen wonderen van qua sterkte voor constructiewerken
Ik weet niet wat het voorwerp (lengte breedte) is wat 1800 N weegt ik ben nu uitgegaan van een puntlast. Anders moet je het een Q-last noemen (en dit is denk ik het geval) welke dus over een bepaalde lengte (breedte) een kracht oplevert over de lengte van je kokerprofielen. Als je het moment hebt berekend kun je bepalen wat de buigweerstand moet zijn van je profiel en hier horen dus afmetingen van het profiel bij. Hoe hoger het profiel des te hoger de weerstand tegen buigen. Weerstand tegen buigen komt altijd uit de hoogte van een profiel.
Waarom wil je eigenlijk het staal vervangen door kunststof (gewicht?)