De aarde warmt op, poolijs smelt, en ijsschollen kalven af. Een ijsschol is ijs dat van een gletcher in zee komt, maar daar aan vast blijft zitten. Ik heb vaak gelezen dat als dit ijs afkalft, de gletcher erachter sneller gaat stromen waardoor de ijskap van antarctica massa verliest en de zeespiegel stijgt.
klinkt misschien heel aannemelijk, dat een gletcher wodt afgeremd door enorme ijsschollen, honderden meters dik, enorme massas ijs. Als dat ijs afkalft glijdt die gletcher makkelijker de zee in.
Toch begrijp ik daar helemaal niks van. Om een gletcher af te remmen moet er een kracht landinwaarts op uitgeoefend worden, en hoe kan iets dat drijft deze kracht uitoefenen? Wrijving? de wrijving van iets in een vloeistof nadert tot nul als de snelheid tot nul nadert, en de snelheid van een gletcher is niet heel erg hoog. Wind? voorzover ik weet heerst er op antarctica overwegend een hoge druk en heb je daarbij ook katabatische winden, dus de wind is overwegend aflandig, dus wat dat betreft verwacht je eerder dat dat drijvende ijs die gletcher de zee intrekt als de wind hierbij ueberhaupt een rol speelt. Zeestroming? Tja, staat er direct onder dat drijvende ijs een stroming landinwaarts, dan zou dat wellicht netto de stroming van de gletcher beinvloeden, maar ook dit lijkt me verwaarloosbaar. Kortom, het verhaal dat gletchers sneller zeewaarts stromen als het ijsplateau in de zee ervoor afkalft begrijp ik niet, terwijl het iedere keer als feit genoemd wordt als er weer een stuk van zo'n ijsplateau afbreekt dat dat drijvende gedeelte dat aan die gletcher hangt de gletcher af zou remmen, Heeft er iemand enig idee waar ik de verklaring van dit verhaal moet zoeken? Ik wil best geloven dat zon drijvend stuk zeeijs van invloed is op de gletcher erachter, maar ik begrijp alleen absoluut niet hoe die plak een netto kracht landinwaarts kan uitoefenen.