HansH schreef:
Ik was uitgegaan van een beginsnelheid=0 van elke liftcabine met daaruit geconcludeerd dat vanwege equivalentie er een hoek moest ontstaan.
jij gaat uit van een beginsnelheid waardoor je die hoek niet nodig hebt zo lijkt het.
Die beginsnelheid had ik echter wel meegenomen in mijn mathcad berekening. Maar volgens mij is er nu wel een verschil tussen de situatie zonder zwaartekracht (licht komt in alle liften binnen met hoek=0) en de situatie met zwaartekracht (licht komt binnen onder een hoek als je steeds verder van x=0 afgaat). dus dan is er verschil tussen de 2 situaties, terwijl dat volgens het equivalentieprincipe niet zou kunnen (redenatie geldt ook voor homogeen zwaartekrachtsveld)
Laten we bekijken wat er in een homogeen gravitatieveld (t.o.v. een referentiestelsel O) gebeurt. Als je de liften bij het binnentreden van de lichtstraal met snelheid nul laat beginnen zal de lichtstraal uiteraard steeds schuiner bij de opeenvolgende liftcabines binnen komen. Maar het licht zal zich in zo'n infinitesimale liftcabine binnen een infinitesimaal tijdje
als bezien vanuit die vrij vallende liftcabine nog steeds eenparig rechtlijnig voortbewegen.
Wat ziet een vrij vallende waarnemer V buiten de liftcabines? Volgens deze waarnemer hebben de liftcabines de momentane snelheid van referentiestelsel O ten opzichte van V zodra de lichtstraal in zo'n cabine binnentreedt. In het referentiestelsel van die vrij vallende waarnemer V beweegt het licht ook eenparig rechtlijnig want hij valt met het licht mee. Dat klopt toch?
Natuurlijk mag er een verschil zijn tussen situaties met en zonder zwaartekracht, anders zou het equivalentieprincipe immers niets verklaren en ronduit fout zijn. Waar (in een infinitesimale omgeving)
geen verschil tussen mag zijn is het effect van een gravitatieveld en het effect van de versnelling van het referentiestelsel.
Ik heb wel mijn twijfels of het relativistisch
geoorloofd is om het op deze wijze over een meer
dan infinitesimale omgeving van de vrij vallende waarnemer te hebben, maar dat maakt voor semi-klassieke benaderingen niet uit.