Een lopende golf heeft volgende wiskundige beschrijving:
y(x,t)=A sin (2π∙x/λ-2π∙t/T)
waarbij:
A = 1,0 cm
λ = 20 cm
T = 1,33 s
In onderstaande figuren wordt deze golf grafisch voorgesteld op tijd t=0 s (volle lijn) en t=1/3 s (stippellijn).
Welke figuur geeft deze golf het best weer?
in deze oefening spreken we over een sinus-functie dus valt oplossing B al weg.
de periode is T=1,33 en we kijken na 0,33 sec dus na een kwart van de periode daarmee valt oplossing A weg.
In oplossing C en D is het enige verschil dat de functie rechtslopend is of linkslopend
hoe kun je dit weten? heeft dit te maken met + en - teken in deze formule : ?