ik heb een betrouwbaar uitziend document gevonden:
https://www.utrecht.nl/fileadmin/uploads/documenten/wonen-en-leven/milieu/2016-rvo-rapport-Gierzwaluw.pdf
De broedtijd is van mei tot en met juli, hoogst incidenteel tot begin augustus, als het lang slecht weer was. Er wordt in Nederland één legsel per jaar geproduceerd, waarin 2 tot 3 witte eieren worden gelegd. De eieren worden van begin mei tot begin juli gelegd, met een piek in de tweede helft van mei en eerste helft juni. De spreiding in legbegin is echter groot; tussen de start van het eerste en laatste legsel kan binnen een broedseizoen meer dan een maand verstrijken. Ook jaarlijks is er een grootte variatie in het moment waarop begonnen wordt met het leggen van eieren: gemiddeld in de laatste week van mei, met een jaarlijkse variatie in dat gemiddelde van ongeveer tien dagen.
De broedduur is 18 - 22 dagen en de jongen vliegen gemiddeld na 40 tot 42 dagen uit, maar ook hier zit afhankelijk van de weersomstandigheden een grote spreiding in: 37 tot 56 dagen. Midden juli zijn doorgaans alle jongen uitgevlogen; bij een nat en koud voorjaar kan dit tot de eerste week van augustus doorlopen. Broedende vogels keren frequent terug naar hun nest om het broeden af te wisselen of de jongen te voeden. De broedende vogels brengen de nacht door op het nest.
Niet-broedende, nestzoekende vogels inspecteren in de vroege ochtend en avonduren de kolonies. Ze doen dit vaak met veel kabaal en krijgen antwoord uit de bezette nesten. Hierbij zullen ze de nesten inprenten en als mogelijk een vrij gekomen plaats innemen. Ook kunnen ze om de nesten te verstoren zelfs hard tegen een nestplek aanvliegen, in Engeland noemen ze dit op deze manier verstoren “bounchen” (stuiteren, botsen) genoemd.
..
als ik dus gierzwaluwen heb kan ik dus eigenlijk eind mei nog geen gekrijs van jonge vogels hebben gehoord.
een
vroegste leg rond 20 mei, plus 20 dagen betekent uitkomen rond 10 juni, plus 40 dagen betekent uitvliegen rond 20 juli
Wat ik wel heb waargenomen:
Jan van de Velde schreef:
Nu vanochtend zie ik achter elkaar 5-6 zwaluwen op dat gat af vliegen, er even aan de klimop blijven hangen, om dan weer al vallend weg te vliegen.
zou dat genoemde "bouncen" kunnen zijn.
En dat een nest met jongen duidelijk niet een hele dag af-en-aangevlieg betekent zoals ik gewend ben van koolmezen, want het is echt niet druk rond dat nest, duidt toch ook weer op gierzwaluwen:
Als ze jongen hebben, maken ze van al de gevangen insecten tijdens een lange voedselvlucht een voedselbal, waarin wel driehonderd insecten kunnen inzitten. De jongen worden dus maar af en toe gevoed, maar dan wel met een flinke voedselbal ineens. Bij jonge jongen wordt de voedselbal stukje voor stukje aan de jongen gevoerd.
..//..
In perioden met veel regen en harde wind is het voedselaanbod (vliegende insecten) gering. De gierzwaluwen kunnen dan tijdelijk uitwijken naar andere delen van Europa waar het weer gunstiger is. Gierzwaluwen met jongen kunnen dan wel meer dan 1000 kilometer van hun nest verwijderd zijn en enkele dagen wegblijven.Hoewel de jongen zelf nog niet kunnen vliegen, zijn ze toch al aangepast aan het vliegend bestaan van hun ouders. Als ze enkele dagen geen voedsel krijgen daalt hun lichaamstemperatuur en raken in een soort van winterslaap. Pas als de ouders op het nest terugkeren en hun jongen verwarmen worden deze weer actief.