Net terug van een reis zou ik toch nog graag wat willen bijdragen:
Michel Uphoff schreef:
Het voorbeeld van JKien is natuurlijk correct, maar heeft als zwakke plek dat er bewegende klokken vergeleken worden. Je wilt klokken kunnen vergelijken wanneer ze zich bij elkaar en in rust t.o.v. elkaar bevinden.
Michel legt hier de vinger op de zere plek.
Het uitgangspunt van het topic is het verschil in veroudering nadat er een snelheidsverschil is geweest tussen aarde en de raket en
in rust de veroudering wordt vergeleken. Dat is iets anders dan het tempoverschil waarin de onderling bewegende klokken lijken te lopen vanuit elkaars positie.
Professor Puntje schreef:
Men kan de raket naar keuze lang of kort met constante snelheid laten vliegen en de perioden van versnelling onveranderd houden. In al zulke reizen met gelijke perioden van versnelling zou als Olof Bosma gelijk heeft hetzelfde totale tijdsverschil tussen de achterblijver en ruimtevaarder moeten optreden, want dat wordt volgens hem immers juist door die versnellingen veroorzaakt. Maar volgens mij maakt het ook uit hoelang de raket met constante snelheid vliegt.
De mate van verschil in veroudering die na de reis wordt vastgesteld, wordt bepaald door de versnelling die de raket heeft ondergaan
en de afstand van aarde waarop dat is gebeurd.
Hierdoor is ook de reistijd van invloed op de mate van verouderingsverschil zoals PP terecht opmerkt. Bij een langere reistijd is de afstand immers groter.