Het lijkt er nu op dat de 2 effecten inderdaad elk een deelbijdrage leveren. De vraag is dus hoe je aannemelijk kunt maken dat je dan niet dubbel telt. Hier een poging:
effect 1) serie vallende liften: dit is het equivalentie principe en geeft een dat je geen onderscheid kunt maken tussen zwaartekracht en versnelling. dus de lichtstraal volgt het pad rechtdoor alsof jij in een raket zit en de lichtstraal die haaks daarop doorsnijdt..
effect 2) stel je hebt een lichtstraal van een meter breed. Voor de verre waarnemer is er ook nog een verschil in tijdsverloop tussen de boven en onderkant van de lichtstraal. Daardoor lijkt het pad wat de onderkant aflegt korter dan dat van de bovenkant dus krijg je nog een buigingscomponent.
Dus de lichtstraal lijkt richting massa te vallen en buigt daarnaast nog eens door het tijdsverschil. dus beide effecten bij elkaar leveren dan de totale buiging volgens mij. en dat is denk ik ook wat in de link in #12 bedoeld wordt (local coordinates=alleen de vallende lift, global coordinates is ook nog de buiging door verschil in tijdsverloop waardoor de ruimte= serie vallende liften krom wordt omdat de wanden van de lift niet meer parallel lopen)