Een vrij vallend rigide voorwerp, zeg bijvoorbeeld een grote holle metalen bol die recht naar beneden op de aarde valt, heeft in zijn randen een bewegingsrichting die niet overeenstemt met de locale richting van de zwaartekracht. (beide vectoren hebben een iets verschillende richting).
A: Zou dit betekenen dat de zwaartekrachts-energie niet helemaal ten gunste komt aan een toegenomen snelheid van dit voorwerp?
B: Zou dit betekenen dat een hol metalen bol langzamer valt dan een solide metalen bol met evenveel massa?
C: ook als dit holle voorwerp omhoog 'valt', staan de vectoren niet in dezelfde richting. De schijnbaar verminderde g-versnelling geldt dus spiegelbeeldig?
D: De zwaartekrachtsvectoren zorgen wellicht voor een wisselende compressiekracht (drukkracht) binnen in het materiaal van het holle voorwerp. Ontstaat hierdoor warmte? (zwaartekrachts-energieverlies)
E: valt deze discrepantie in de richting van de vectoren voor snelheid en versnelling onder het kopje 'getijde-krachten?