Rubber is dan wel een verhaal apart. Omdat het zacht is, vervormd het relatief veel. (vervormingsenergie, warmte, niet meer rond, plakkend/zuigend effect)
Niet zo erg als bij het schuiven van rubber, maar toch.
Crr = FW/FN = 2/100 = 0,02
FW * r = T toegevoegd = F*r
wiel staat na 10seconde stil, hoeksnelheid is 1 rad/seconde
E = 1/2* I * ω² = 1/2 * 200 * 1² = 100J
T = I * α = 200 * 0,1 = 20Nm
T= FW * r = -20 = 20 * 1
FW/FN = Crr = 20/100 = 0,02
Het is dus maar net wat je weet en kan meten.
(tweede methode leid ik in gauwigheid af zonder zonder vls)
Dank voor de voorbeelden. ziet er aannemelijk uit
Zo meet men dus de rolwrijvingcoëfficiënt in de praktijk?
Ik merk op dat de energie E verder geen rol speelt in het 2e voorbeeldje?
Mag ik aannemen dat je bent uitgegaan van r=1m en m=10kg (omdat FN=100N)
Ik zie dan niet helemaal de relatie met de grootte van het traagheidsmoment I=1/2mr2=200kgm2 (I hooguit 5kgm2)
Of dat in de praktijk ook zo gebeurt weet ik eigenlijk niet.
De aannames voor r en m klopt, voor I stellen we gewoon dat de massa in het wiel niet homogeen verdeeld is.