Even zijn gedachtengang in het kort:
- Onze zintuigen zouden ons kunnen bedriegen, dus geen zekerheid
- Alles kan op elk moment een droom zijn, dus geen zekerheid
- Wiskunde is wel zeker (een vierhoek blijft 4 zijden hebben; 2 + 3 blijft 5)
- Er zou een onbekende bedrieger kunnen zijn i.p.v God die ons voorliegt, wiskunde is dus toch niet zeker
- Het bestaan van jezelf is zeker (‘ik denk, dus ik ben’)
- God bestaat, de onbekende bedrieger is uitgesloten, wiskunde is dus toch zeker