Goedendag, ik heb een vraag over de “stationaire banen” van elektronen in een atoom.
Als ik het goed begrijp, gaat de quantummechanica van het atoom uit van een “waarschijnlijkheidsgolf”. Dat is een staande driedimensionale golf, die de waarschijnlijkheid aangeeft om een elektron op een bepaalde plaats aan te treffen. De “buiken” in deze golf geven de plaats van de stationaire elektronenbanen, zoals die door Niels Bohr verondersteld waren.
Toen Bohr zijn atoommodel presenteerde, gaf hij aan dat elektronen die zich in een stationaire toestand bevinden, geen straling uitzenden. Elektronen zenden volgens Bohr alleen straling uit, bij de overgang van de ene stationaire toestand naar de andere. Dit was echter een onvolkomenheid in Bohrs theorie, want de beweging van de elektronen moet (volgens de klassieke elektromagnetische wetten) wel leiden tot elektromagnetische straling.
Mijn vraag is de volgende: dit probleem, dat de elektronen in stationaire toestand geen straling uitzenden, is toch eigenlijk helemaal niet opgelost door de quantummechanische voorstelling? Of mis ik ergens iets?