Artikel 123a zegt:
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die met een technisch hulpmiddel een gesprek dat in een woning, besloten lokaal of erf wordt gevoerd opzettelijk:
1°. anders dan in opdracht van een deelnemer aan dat gesprek afluistert;
2°. zonder deelnemer aan dat gesprek te zijn en anders dan in opdracht van zulk een deelnemer opneemt.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op het opnemen:
1°. van gegevens die worden verwerkt of overgedragen door middel van telecommunicatie of door middel van een geautomatiseerd werk;
2°. behoudens in geval van kennelijk misbruik, met een technisch hulpmiddel dat op gezag van degene bij wie de woning, het lokaal of het erf in gebruik is, niet heimelijk aanwezig is;
3°. ter uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 .
Dit betekent dus dat het in beginsel is toegestaan een gesprek op te nemen met als voorwaarde dat de opnemende partij zelf deelneemt aan gesprek of dat het gesprek wordt opgenomen in opdracht van één van de deelnemers daaraan. Het opnemen door een derde kan als strafrechtelijk handelen worden gezien aangezien het dan al snel afluisteren van een gesprek wordt. Maar soms is ook in het eerste geval de opname strafbaar, nl. als er gevoelige zaken in besproken worden. Dan kan het (grond)recht op privacy in geding komen. De opnemende partij hoeft geen mededeling daarvan te doen aan de gesprekspartner, tenzij dit zou indruisen tegen de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
Contra principia negantem disputari non potest.