Hm, ik zal eens kijken hoever ik kom.
In grote lijnen gaat het op de volgende manier:
Staat het elektron in jouw stelsel in rust, dan is vrijwel alleen de kracht door het E-veld van belang.
Als je de maximale waarde daarvan kent en de frequentie dan kun je de amplitude van de oscillatie berekenen.
Als dat elektron (snel) beweegt in de richting van de voortplantingsrichting van de golf, dan zul je dezelfde amplitude zien (er is geen lengtecontractie loodrecht op de bewegingsrichting).
Het elektron ziet, meebewegend met het licht, natuurlijk wel minder periodes per seconde, een lagere frequentie (Doppler). Dan volgt uit gelijke amplitude een lagere kracht.
Verder zie je in dat met het elektron meebewegende stelsel ook nog eens de klok langzamer lopen (tijddilatatie). Of je dat nog apart moet meenemen of dat al in het vorige zit opgenomen overzie ik nog even niet.
Hoe zich dan de elektrische tot de magnetische krachten verhouden is nog weer een ander verhaal. Met de Maxwell-vergelijkingen wordt het al snel een ingewikkeld verhaal, zoals dit laat zien (vond ik toen ik op zoek was naar gedrag van een elektron in een EM-golf; gaat over zo'n elektron gebonden in een waterstofatoom).
Veel plezier ermee
- chp8-1
- (285.41 KiB) 580 keer gedownload