De spin van een electron kun je als "magneetje" zien, evenals de spin van de kern.
Bij waterstof kun je de spin van het electron omdraaien wat een energieverschil overeenkomstig met 1.4GHz oplevert, als gevolg van het proton in kwestie.
Het is natuurlijk niet het enige element met die eigenschap, feitelijk werkt dat net zo voor ieder ander element met een electron-spin en kernspin die niet-nul is, bijvoorbeeld 13-C. Normaliter gebruik je die eigenschap door een extern mageneetveld aan te leggen en dan te meten bij welke frequenties het absorbeert, om een sterk signaal te krijgen.
In het heelal zijn elementen anders dan waterstof en helium echter relatief zeer zeldzaam: dergelijke zwaardere elementen kunnen min of meer alleen gevormd worden door kernfusie in sterren, die er lang nog niet waren rond de big bang.