In een toepassing van de eerste wet van newton zagen we een man (punt P) die met een valscherm uit een vliegtuig springt, op hem werken twee krachten , de zwaartekracht (Fz) en de wrijving met de lucht (Fw). Volgens mij leerkracht is het dan zo dat deze twee krachten na een bepaalde periode aan elkaar gelijk zijn en elkaar opheffen.
Mijn probleem is nu dat ik niet zie hoe de twee krachten elkaar kunnen opheffen, er dus geen resulterende kracht meer is en geen versnelling (wat we willen bereiken met een valscherm), maar de man nog altijd valt en er dus een beweging is. Ik zou denken dat er altijd een kracht moet zijn die een beweging veroorzaakt, maar mijn leerkracht kan me niet vertellen welke kracht dat zou zijn in dit geval.
Als voorbeeld van mijn denkwijze neem ik een pen op een tafel, de pen wordt aangetrokken door de zwaartekracht, maar zakt niet door de tafel omdat de normaalkracht gelijk is aan de zwaartekracht en deze opheft. Als we dat vergelijken met het voorbeeld van de man met het valscherm is er ergens iets fout. Is het gewoon incorrect om te zeggen dat er geen resulterende kracht is, omdat er inderdaad een kracht moet zijn die de beweging van de man veroorzaakt? Of is mijn denkwijze gewoon fout?