Dat legt Baez uit in de link die professorpuntje gaf,HansH schreef: ↑di 29 okt 2019, 07:49 Maar hoe zit het dan met het feit dat in een zwaartekrachtsveld tijdsdillatatie optreedt tgv dat zwaartekrachtsveld en het feit dat uit het equivalentieprincipe volgt dat zwaartekracht en versnelling equivalent zijn? Dan zou je toch haast moeten concluderen dan versnelling tijdsdillatatie tot gevolg heeft. Maar het is dan niet de versnelling die de tijdsdillatatie geeft maar de daaruit voortvloeiende snelheid. Maar dat heeft weer tot gevolg dat de tijdsdillatatie steeds groter wordt tgv versnelling, terwijl de tijdsdillatatie in een zwaartekrachtsveld een constante tijdsdillatatie geeft. dus toch niet hetzelfde Hoe kan dat dan?
But what about the Equivalence Principle?
Sometimes people say "But if a clock's rate isn't affected by its acceleration, doesn't that mean the Equivalence Principle comes out wrong? If the Equivalence Principle says that a gravitational field is akin to acceleration, shouldn't that imply that a clock isn't affected by a gravitational field, even though the textbooks say it is?"
No, the Equivalence Principle is fine. Again, the confusion here is the same sort of thing as above where we spoke about the wind chill factor. Let's try to see what is happening. Imagine we have a rocket with no fuel. It sits on the launch pad with two occupants, a couple of astronauts who can't see outside and who believe that they are accelerating at 1 g in deep space, far from any gravity.
One of the astronauts sits at the base of the rocket, with the other at its top, and they both send a light beam to each other. Now, general relativity tells us that light loses energy as it climbs up a gravitational field, so we know that the top astronaut will see a redshifted signal. Likewise, the bottom astronaut will see a blueshifted signal, because the light coming down has fallen down the gravitational field and gained some energy en route.
How do the astronauts describe what is going on? They believe they're accelerating in deep space. The top astronaut reasons "By the time the light from the bottom astronaut reaches me, I'll have picked up some speed, so that I'll be receding from the light at a higher rate than previously as I receive it. So it should be redshifted—and yes, so it is!" The bottom astronaut reasons very similarly: "By the time the light from the top astronaut reaches me, I'll have picked up some speed, so that I'll be approaching the light at a higher rate than previously as I receive it. So it should be blueshifted—and yes, so it is!"
As you can see, they both got the right answer, care of the Equivalence Principle. But their analysis used only their speed, not their acceleration as such. So just like our wind chill factor above, applying the Equivalence Principle to the case of the rocket doesn't depend on acceleration per se, but it does depend on the result of acceleration: changing speeds!
Ja natuurlijk maar dat gaat toch over springen tussen energienivo's rond een atoomkern en de frequentie die daarbij hoort.
Huh? Ik kom hier een beetje laat op terug, maar het is toch zo dat een atoomklok bij een zwart gat er daadwerkelijk langer over doet om zijn cycli voor een seconde af te maken? Oftewel de frequentie van een atoomklok is daar daadwerkelijk langzamer. En niet dat er meer cycli (seconden) "afgelegd" moeten worden in de ruimtetijd? Uhm dat is misschien een beetje raar gezegd.flappelap schreef: ↑ma 28 okt 2019, 18:04Die veroudering komt omdat beide waarnemers paden met verschillende lengte hebben afgelegd in de ruimtetijd.Gast044 schreef: ↑ma 28 okt 2019, 15:14 Dag,
Ik dacht altijd dat verschillende eigentijden met veschillende "snelheden" als get ware verliepen. Dat de seconde van de ene eigentijd, niet gelijk is aan alle andere eigentijden.
Want als dit niet zo is, dan zou een astronaut van het ISS bij terugkomst toch evenveel verouderd zijn?
Als twee waarnemers van Nederland naar de noordpool reizen, de ene rechtstreeks en de andere via de zuidpool, dan zullen ze beide dezelfde notie van een meter hebben. Maar de andere waarnemer heeft simpelweg meer meters af gelegd, ook al komen ze weer samen in 1 punt.
Je zou volgens mij kunnen zeggen dat de maximaal verlopen eigentijd, dus die van in vlakke ruimtetijd en met de Hubble flow meebewegende tijdwaarneming, absoluut is. Dus die van fiducial observers (?)Professor Puntje schreef: ↑ma 28 okt 2019, 19:06 Om te weten hoe rap de tijd echt verloopt heb je een absolute referentie nodig, en die bestaat er in Einsteins theorie niet meer. Wel in de theorie van Lorentz waarin het de klokken en meetlatten zelf zijn die vanwege hun bewegingstoestand worden geacht te vertragen dan wel krimpen. Maar volgens Einstein is de (eigen)tijd eenvoudig wat je met een meereizende klok meet, punt uit! En dat is tegenwoordig ook de meest aangehangen opvatting.
Haha. Iets met een toren.Professor Puntje schreef: ↑di 29 okt 2019, 07:59 De gravitationele tijdsdilatatie kan aan de hand van een semiklassiek gedachtenexperiment met de veranderende potentiële energie van een in een zwaartekrachtsveld bewegend deeltje aannemelijk gemaakt worden. Dat moet wel ergens terug te vinden zijn. Iets met een toren...
Gevonden: https://www.astro.umd.edu/~chris/Teachi ... lass03.pdfGast044 schreef: ↑do 21 nov 2019, 03:13 Haha. Iets met een toren.
Voor een zwaar zwart gat kan een waarnemer daar in vallen en nog eventjes voortleven (totdat die in de buurt van de singulariteit het leven laat) en zal die waarnemer in dat zwarte gat dus gebeurtenissen meemaken die niet meer op jouw absolute tijdschaal passen. Dat lijkt mij een groot probleem voor de visie dat er voor alle gebeurtenissen echte (absolute) tijden moeten bestaan waarop deze plaats vinden. Misschien dat hier een mouw aan is te passen door ook oneindig grote tijden toe te laten? Er zijn immers wiskundige systemen met oneindig grote getallen, maar ik weet niet of die daar al voor gebruikt zijn.Gast044 schreef: ↑do 21 nov 2019, 02:38Je zou volgens mij kunnen zeggen dat de maximaal verlopen eigentijd, dus die van in vlakke ruimtetijd en met de Hubble flow meebewegende tijdwaarneming, absoluut is. Dus die van fiducial observers (?)Professor Puntje schreef: ↑ma 28 okt 2019, 19:06 Om te weten hoe rap de tijd echt verloopt heb je een absolute referentie nodig, en die bestaat er in Einsteins theorie niet meer. Wel in de theorie van Lorentz waarin het de klokken en meetlatten zelf zijn die vanwege hun bewegingstoestand worden geacht te vertragen dan wel krimpen. Maar volgens Einstein is de (eigen)tijd eenvoudig wat je met een meereizende klok meet, punt uit! En dat is tegenwoordig ook de meest aangehangen opvatting.