Kun je nog eens samenvatten wat volgens jou dan die reden is?Gast044 schreef: ↑di 01 sep 2020, 12:07 Ik vond het leuk de fysische reden te begrijpen van die pieken.
Sorry, dat was nogal een debiel bericht. Kwam te laat voor een afspraak en drukte in totale paniek op verstuur na het woordje "ja" .Gast044 schreef: ↑di 01 sep 2020, 13:01Ja
Dit plaatje werkt zeker verhelderend om visueel een idee te vormen wat buiging van een lichtstraal nu eigenlijk is en inuituef ook wel iets over die 2 pieken.Gast044 schreef: ↑di 01 sep 2020, 15:50Misschien geeft dit plaatje een verheldering, alleen ziet het er in werkelijkheid natuurlijk niet zo uit!! Maar je ziet dat de lichtstraal twee keer dezelfde hoeveelheid verandering in de kromming passeert, wat dus die pieken geeft.Gast044 schreef: ↑di 01 sep 2020, 13:01Ja
Screenshot_20200828-052354_Drive.jpg
Ik probeer me even voor te stellen of ik die 2 pieken voor de geest kan halen.Gast044 schreef: ↑di 01 sep 2020, 15:50 Het is zinloos/nietszeggend om te spreken van een sterkte van de kromming van ruimtetijd, het gaat om de "snelheid of mate van verandering" in de kromming
Screenshot_20200828-052354_Drive.jpg
doffe ellende is het zeker, maar ik probeer toch het idee op te pikken. als ik het een beetje probeer te volgen dan heb je een oplossing van de veldvergelijkingen die in het geval van normale objecten (sterren, planeten) de schwarzschild oplossing geeft en dat is een differentiaal vergelijking die het verband geeft tussen tijd, ruimte en ruimtetijdinterval. Door omzetting van bolcoordinaten naar x,y,z coordinaten komen daar weer een hoop partiele afgeleides aan te pas met als gevolg termen xdx, ydy en zdz in de differentiaal vergelijking.HansH schreef: ↑di 01 sep 2020, 23:13 [quote=flappelap post_id=1142405 time=1598864950 user_id=79501
De componenten \(g_{tt}, g_{xx}, g_{yy}\) hangen alledrie van de coördinaten (x,y,z) af, en vanwege de bolsymmetrie zullen deze coördinaten ook dikwijls voorkomen in de combinatie die we r noemen.
Een simpele formule in termen van de metrische componenten wordt echter zo al snel doffe ellende.
Je kunt de kromming bepalen mbv het equivalentieprincipe waarbij de lichstraal als het ware valt tov de posities rond een zware massa omdat je dan denkbeeldig het zwaartekrachtsveld vervangt door een ruimte zonder zwaartekracht maar op het punt van het passerende licht een lift die versnelt met richting en amplitude gelijk een de zwaartekrachtsversnelling in dat punt. Dan doe je denk ik wat jij voorstelt maar kom je slechts op de helft van de afbuiging over het totale pad. daarnaast is de afbuiging ook niet overal hetzelfde en krijg je in werkelijkheid 2 pieken van maximale afbuiging.Naessens schreef: ↑wo 02 sep 2020, 14:59 Kleine en grote satellieten met dezelfde snelheid, draaien in dezelfde baan.
Het lijkt er dus op dat de massa geen rol speelt.
Waarom is het dan niet mogelijk om de kromming van de lichtstraal uitsluitend met de snelheid van het licht te bepalen?
Als je dat doet, is er dan een groot verschil met de werkelijkheid?