In jouw geval is dat
\(\frac{a^2}{a^2-1}\)
Intuïtief: als a heel groot wordt, zoals bij alle (on)even getallen en priemgetallen uiteindelijk het geval is, kan je de "-1" uit de noemer verwaarlozen. De breuk gaat dus steeds dichter en dichter bij a²/a²=1 liggen. Je bent dus op den duur heel de tijd 1+1+1+1+1+... aan het doen, hetgeen op oneindig afstevent.