Een laserstraal kan dwars door glas of een andere doorzichtige stof heen.
Omdat de laserstraal kaarsrecht blijft (behalve bij een grensvlak), moet hij dwars door allerlei atomen bewegen en hij zal vele elektronen op zijn weg ontmoeten. Hoe is het mogelijk, dat de lichtstraal er (vrijwel) ongeschonden doorheen komt?
Atomen bestaan voor het grootste deel uit niets. Dus het is eigenlijk meer de vraag waarom zoveel materialen niet doorzichtig zijn. Een foton kan worden opgenomen door een atoom als het atoom een elektron heeft dat naar een hoger energie niveau kan springen. Dit zijn discrete waardes, dus een elektron kan van energie niveau, ik verzin maar wat, 1 naar 2 springen, maar niet van 1 naar 1.5. Maar dat betekent dat een foton, ook een discreet pakketje energie die frequentie afhankelijk is, wel minimaal een energie niveau van 1 moet hebben. Als het minder is dan dat, wordt het foton niet opgenomen.
Glas en ander doorzichtig materiaal is dus gemaakt van materiaal dat elektronen heeft dat meer energie nodig heeft dan er in zichtbaar licht zit om van energie niveau te verspringen.
atomen van bv ijzer laten geen licht door, maar reflecteren het wel, maar water bijvoorbeeld laat licht door. Dus wat is dan het essentiele verschil? Ik begreep dat het opnemen van een foton en het weer afgeven een delay oplevert en daardoor de lichtsnelheid in stoffen lager is dan in vacuuum.
@irArjan,
Is het dan zo dat de supper-positie van twee electromagnetische golven, één van het foton met snelheid c, en de andere
als reactie van de electronen in het v.b. glas een resultante golf geeft met kleineren snelheid dan c ?
De resultante amplitude kan veranderen, de golflengte ook .... maar waarom ook de snelheid ?