Ik heb er een tekening bij gemaakt.
We hebben een inertiële vaste waarnemer Einstein. Mickey en Donald gaan versnellen. Als Mickey en Donald allebei dezelfde eigenversnelling zouden hebben, dan zien hun werleldlijnen er als volgt uit.
De wereldlijn van Donald is een copy paste van de wereldlijn van Mickey.
Vanuit het referentieframe van Mickey bekeken gaat door de versnelling van Donald, de afstand tot Donald steeds toenemen. Als je wil dat de Afstand vanuit het frame van Mickey hetzelfde blijft, dan moet de versnelling van Donald lager zijn zoals in de figuur hieronder.
De eigenversnelling van Donald zou dan afnemen volgens die
\(\rho^{-1}\). Hoe verder Donald bij het vertrek van Mickey des te kleiner zijn eigenversnelling. Mogelijk is dat wat 't Hooft bedoelt.
\(\rho\) is dan min of meer de afstand tot Einstein in de figuur (zonder in detail te gaan). Hoe groter die afstand hoe kleiner de eigenversnelling van Donald zal mogen zijn.
Maar ook hier zou er dan een fout in de tekst zitten van 't Hooft, want het zou zijn
\(\rho^{-1}\) ipv
\(\rho^{-2}\) in zijn tekst.