De oefening eens gemaakt voor 2 vloeistoffen boven elkaar.
Een cilindrisch vat met hoogte
\(h\) en oppervlakte
\(A1\) is voor de helft gevuld met water met dichtheid
\(\rho_{water}\) voor de helft met olie met dichtheid
\(\rho_{olie}\).
De atmosferische druk is
\(p_0\).
Op de olie werkt de atmosferische druk
\(p_0\) bovenaan en onderaan de reactiekracht
\(F_{olie-water}\) tussen het water en de olie. De tweede wet van Newton levert voor het olievolume
\begin{equation*}
-p_0 A_1 + F_{olie-water} - \rho_{olie} A_1 \frac{h}{2} g = \rho_{olie} A_1 \frac{h}{2}\ddot{z}
\end{equation*}
\begin{equation*}
F_{olie-water} = p_0 A_1 + \rho_{olie} A_1 \frac{h}{2} g + \rho_{olie} A_1 \frac{h}{2}\ddot{z}
\end{equation*}
We berekenen nu de arbeid
\(d W\) die geleverd wordt op het water als het waterniveau zich beweegt over een afstand
\(d z\).
\begin{equation*}
d W = -F_{olwa}dz + p_0 A_2 \frac{A_1}{A_2} dz
\end{equation*}
De verandering van de kinetische energie
\(dK\) is
\begin{equation*}
d K = \frac{1}{2} \rho((\frac{A_1}{A_2})^2-1) A_1\dot{z} ^2dz
\end{equation*}
De verandering van de potentiele energie
\(dU\) is
\begin{equation*}
d U = \rho g A_1 z dz
\end{equation*}
We hebben
\begin{equation*}
d W = dU + dK
\end{equation*}
Dit betekent
\begin{equation*}
-F_{olwa}dz + p_0 A_2 \frac{A_1}{A_2} dz = \frac{1}{2} \rho((\frac{A_1}{A_2})^2-1) A_1\dot{z} ^2dz + \rho_{water} g A_1 z dz
\end{equation*}
\begin{equation*}
-F_{olwa} + p_0 A_1 = \frac{1}{2} \rho_{olie}((\frac{A_1}{A_2})^2-1) A_1\dot{z} ^2 + A_1\rho_{water} g A_1 z
\end{equation*}
Substitutie van
\(F_{olie-water}\) levert
\begin{equation*}
-p_0 A_1 - \rho_{olie} A_1 \frac{h}{2} g - \rho_{olie} A_1 \frac{h}{2}\ddot{z} + p_0 A_1 = \frac{1}{2} \rho_{water}((\frac{A_1}{A_2})^2-1) \dot{z} ^2 + \rho_{water} g A_1 z
\end{equation*}
\begin{equation*}
- \rho_{olie} \frac{h}{2} g - \rho_{olie} \frac{h}{2}\ddot{z} = \frac{1}{2} \rho_{water}((\frac{A_1}{A_2})^2-1) \dot{z} ^2 + \rho_{water} g z
\end{equation*}
\begin{equation*}
\rho_{olie} \frac{h}{2}\ddot{z} + \frac{1}{2} \rho_{water}((\frac{A_1}{A_2})^2-1) \dot{z} ^2 + \rho_{water} g z + \rho_{olie} \frac{h}{2} g = 0
\end{equation*}
Gecombineerd met de begonvoorwaarden
\(z(0) = h/2\) en
\(\dot{z}(0)=0\) kan deze DV wel opgelost worden. Is wel geen lineaire.