Ik plaats het topic hier omdat hoewel de olympiade bedoeld is voor 6 vwo'ers, de stof van de tweede ronde die van de middelbare school te boven gaat.
Ik was aan het oefenen met opgaven van de tweede ronde van de natuurkundeolympiade van dit jaar. De vragen staan hier en de uitwerkingen hier.
Bij vraag 3d is er een homogene schijf met straal R=0.16 m die wrijvingloos om het middenpunt kan roteren en een traagheidsmoment van 0.12 kg·m2 heeft. Op een afstand van d = 0.080 m rechts van het middelpunt (punt P) is een massa van mp = 1,0 kg bevestigd. Aan de linkerkant van de schijf wordt via een koord een massa m gehangen. Er wordt gevraagd om de evenwichtsstand te bepalen.
De invloed van het koord wordt niet benoemd. Als de schijf iets met de klok mee draait, wordt het koord volgens mij om de schijf gewikkeld en grijpt de massa m nog steeds op hetzelfde punt aan, terwijl het moment van punt P evenredig met cos(α) afneemt. Als de schijf linksom draait (althans minder dan π rad) kun je doen alsof m op de rand van de schijf zelf is aangebracht.
Het antwoord snap ik niet. Eerst wordt het mmp (massamiddelpunt) van de schijf en de massa op punt P bepaald. Deze stap begrijp ik niet. De schijf kun je toch negeren omdat hij precies om het middelpunt roteert?
In het antwoord staat dat er voor m = 0,50 kg alleen een evenwicht is in de stand zoals in de figuur (α=0). Volgens mij zijn er veel meer evenwichten. Stel dat de schijf π/4 rad (linksom) is gedraaid, dan heeft P een moment van 1,0 · sin(π/4) · 0,080 g, en m een moment van 0,50 · sin(π/4) · 0,16 g, en is er dus ook een evenwicht.
In het antwoord staat dat er geen evenwicht is als m > 0.50 kg. Waarom is er geen evenwicht als die massa onderaan hangt en P bovenin zit (of andersom)?