Dit wordt nooit wat op deze manier. Dus zou wiskunde een oplossing bieden. Ik geloof zoeff wel dat hij niet zit te klieren eerlijk gezegd. Wiskunde valt moeilijk verkeerd of verschillend te interpreteren (over het algemeen).
Ik had gisteren het volgende wat haastig geschreven, maar twijfelde het te sturen. Maar misschien voegt het toch wat toe .. vooral wiskundige uitwerking hoop ik, maar daar moet ik dan de tijd even voor nemen.
"Toch nog een poging van mij. Je (@zoeff) zit niet te "klieren", dus is het eea je niet duidelijk.
De definitie van relatieve snelheid: "het vectorverschil tussen de snelheden van twee objecten: de snelheid van een object ten opzichte van een ander beschouwd als in rust". Dit bedoel je met 'onderlinge snelheid'.
Als je vindt dat tijd = tijdsduur, prima. Dat is eerder besproken. (Ik zou zeggen hou dat idee voor jezelf.)
En je kan uiteraard zeggen dat alle snelheden relatief zijn behalve die van licht in vacuüm (en die van zwaartekrachts golven/straling en mogelijk die van gravitonen); c is absoluut. (Duidelijker is om te zeggen dat c invariant is vind ik.)
Zie verder nogmaals eerst bericht van 25-10-'21, 03:45 (soort samenvatting dusver op dat moment).
Dus .. voor fotonen kun je alleen iets zinnigs zeggen over de snelheid daarvan en snelheden daartussen voor waarnemers in rust; beschouwd vanuit een inertiaalstelsel (O). Er bestaat immers geen relatieve snelheid tussen fotonen vanwege het ontbreken van een inertiaalstelsel.
Maar je kunt het traject of de snelheid van een foton prima transformeren tussen twee inertiaalstelsel. Het feit dat een foton geen eigen inertiaalstelsel heeft, betekent niet dat waarnemers het niet kunnen meten of hun metingen kunnen vertalen tussen hun respectieve inertiaalstelsels.
Een voorbeeld:
Je bent vrij om 3D-vectoren te gebruiken met behulp van 3D-vectorberekeningen waarmee je vertrouwd bent in SRT, zolang de vectoren maar in hetzelfde inertiaalstelsel worden uitgedrukt.
Dus als bijvoorbeeld foton A beweegt met de snelheid van [c,0,0] in de x-richting en B met de snelheid van [0,c,0] in de y-richting, dan kun je het verschil bepalen tussen deze twee vectoren. Stel nu dat de relatieve posities van A en B, in je inertiaalstelsel O, worden bepaald door de vector [-c, c, 0], dan wordt de grootte gegeven door
\(\sqrt{2}c\)
Waar je voorzichtig mee moet zijn, is hoe je dit vertaalt naar een ander inertiaalstelsel, bijvoorbeeld in die van A. In het stelsel van A is zijn eigen snelheid [0,0,0]. De snelheid van B kan worden berekend met behulp van de overeenkomstige Lorentz-transformatie. Dit is niet triviaal, maar de juiste formules opzoeken, staan vast ergens online. Nu zul je zien dat terwijl de twee snelheidsvectoren (die van A en B) transformeren als snelheden onder een Lorentz-transformatie, hun verschil* dat niet doet.
Dus in die zin is het verschil tussen twee snelheidsvectoren zelf geen snelheidsvector. Maar het is nog steeds een vectorgrootheid met nog steeds dezelfde afmetingen (bijvoorbeeld meters per seconde) als snelheidsvectoren. (Dit geldt dus bijvoorbeeld bij divergerende lichtpulsen/fotonen.)
*Dit verschil is bij relativistische deeltjes dus de relatieve snelheid tussen deze deeltjes. A en B "zien" mekaar met deze snelheid meer en meer van mekaar vandaan gaan.
Maar het verschil transformeert niet als een snelheidsvector, dus je kunt niet naïef een Lorentz-transformatie toepassen op dezelfde manier waarop je een snelheidsvector zou transformeren.
Hmm. Moeilijker uit te leggen dan verwacht. Naja, ik hoop dat het enigszins duidelijk is. En hopelijk geen foutjes."
En nu denk ik, wat als dit nu wiskundig uitgewerkt wordt (door zoeff)?
Uhm .. als dat niet lukt, doe ik het bij tijd als daar iig baat bij is (door zoeff).