Moderator: physicalattraction
De teller wordt \(0-(\vec u \times \vec v)^2/c^2\)
Je kunt prima kijken naar wat gebeurt als je, vanuit een waarnemer, objecten met nagenoeg de lichtsnelheid ziet bewegen.
Hoe weet je of die uitkomst "juist" is, als je 'm niet experimenteel kunt verifiëren?
Wat vul je in, voor u en v?
voor licht weten we dat toch vanwege het golffront van een lichtstraal en voor 2 deeltjes kun je het met de SRT uitrekenen, maar heb ik nog niet gedaan, maar dat zou jouw formule dus moeten zijn met w^2
ok dan is de formule toch iets anders dan ik dacht. Het gaat er immers niet om wat de verwijderingssnelheid is die wij zien, maar om de snelheid die wij zien van de schepen tov elkaar. En die was bij jou toch 3m/s? maar in mijn benadering laat ik de snelheid richting c lopen en dan zou ik dus verwachten dat de onderlinge snelheid zoals we die waarnemen naar 0 gaat en niet naar 1X10^8
Hoe wil je daar de "snelheid van een foton gezien vanuit een ander foton" uit halen?