Professor Puntje schreef:
"Dat je voor de ART speciale constructies met manifolds nodig hebt om nog met vectoren te kunnen werken is mij bekend. Daar heb ik pas nog de nodige aandacht aan besteed. Maar voor de SRT is dat volgens mij onnodig. Als het gebruik van 3D positievectoren binnen de SRT wiskundig niet in de haak is lees ik daar graag een voorbeeld van."
Ook in de SRT maak je gebruik van dezelfde concepten als in de ART, alleen merk je dit niet omdat SRT zich in een vlakke ruimte afspeelt en het lijkt alsof vectoren in die ruimte liggen. Ook het feit dat in het middelbaar het begrip vector uitgelegd wordt aan de hand van positievectoren helpt niet.
Rekenkundig zal je binnen de RST natuurlijk niet in de problemen komen aangezien de coördinaten die een positie aangeven binnen een assenstelsel gelijk zijn aan de componenten van de positievector.
Echter hoe verklaar je dat jou positievector anders transformeert als de snelheidsvector in een bepaald punt?