Dus dan zou dat misschien de manier zijn om begrip te krijgen over de extra afbuiging die het licht maakt bij passeren van een zwaar object zoals de zon.
Deze video maakt het misschien iets makkelijker om je te kunnen voorstellen hoe en lichtstraal of massa afbuigt bij zware objecten. De 4e dimensie (tijd) komt hierin terecht als het naar de massa toe bewegen van de 3d coordinaten van de ruimte.
Ik denk dat dit een hele belangrijke manier is om de deelafbuiging van het licht tgv een stukje trajekt te beschrijven. viewtopic.php?p=1161563#p1161563
Het ging er uiteindelijk om om te snappen of de ART een afbuiging gaf die over het hele trajekt 2 x die van newton is of niet.
Daaruit zijn diverse topics voortgekomen over de 2 pieken, maar de essentie is uiteindelijk de vraag wat het verschil is tussen newton en Einstein.
Nee, dat is niet de essentie bij anderen.
(Als dat wel zo is .. uhm, naja dat kan ik niet geloven.)
Maar ik heb je toch uitgelegd waarom een berekening met klassieke (Newtoniaanse) mechanica op bijna exact dezelfde waarde komt als Einstein in 1911 (en waarom die factor van 2 (bij de volledige theorie van algemene relativiteit) alleen voor licht geldt (voor alles wat geen massa heeft))?
Op verschillende manieren als ik me goed herinner.
Ik kan het alleen niet terugvinden. Heb ik dat dan elders, gedaan of via mail? (Wat hier allemaal staat kan wat mij betreft bijna allemaal wel in de prullenbak.
Iig heel kort:
Einstein (1911) gebruikt enkel het trager verlopen van tijd, wat we nu gravitionele tijdsdilatatie noemen, dichtbij een massief object zoals de zon. Hierop past hij simpelweg Huygens principe toe net als in een medium.
Oftewel hij maakt gebruik van klassieke mechanica en dus is het niet verwonderlijk dat een Newtonse berekening voor de afbuiging van licht (wat dan massa heeft) door zwaartekracht bijna exact dezelfde uitkomst heeft.
Die factor van 2 (wat enkel bij licht en zwaartekrachtsgolven zo is) heeft uiteindelijk te maken met de vier-snelheid. Uhm .. hoe toegankelijk uit te leggen? ..
Kijk alles "reizen" met c door ruimtetijd (dit is makkelijker te begrijpen aan de hand van een "Epstein diagram" dan met een Minkowski diagram vanwege de hyperbolische geometrie van de laatste) .. maar massieve objecten reizen veel meer door tijd dan door ruimte (vandaar dat in het Newtoniaanse limiet de Einstein veldvergelijkingen reduceren tot enkel gravitionele tijd dilatatie). Licht daarentegen reist precies evenveel door ruimte als door tijd of beter gezegd "evenveel in de ruimtelijke richting als in de tijd-richting van een ruimtetijd diagram".
Naja, wat kort. Voor details anders een nieuw topic, want dit is wel een heel lang topic (en voor anderen die het zich eventueel afvragen).
Gast044 schreef: ↑vr 08 okt 2021, 03:58
Nee, dat is niet de essentie bij anderen.
(Als dat wel zo is .. uhm, naja dat kan ik niet geloven.)
Maar ik heb je toch uitgelegd ..........
Ik denk dat we langs elkaar heenpraten. Ik heb het nog steeds over de afbuiging volgens de ART en niet over newton.
waar ik het nu over heb is het idee om die afbuiging volgens de ART op te splitsen een delen en daarna te sommeren tot de totale afbuiging. en het idee wat daarachter zit is het weghalen van de zware massa op het deel van het lichttrajekt waar je de afbuiging niet van mee wilt nemen. Maar die afbuiging is dus nog steeds de afbuiging van de ART.
Maar de essentie is uiteindelijk de vraag wat het verschil is tussen newton en Einstein.
Maar goed.
Ja, dat kun je gaan doen. Zoals gezegd: over verschillende delen de gravitationele tijd dilatatie berekenen, Huygens principe toepassen en dit simpelweg verdubbelen.
mbt deze video:
rond 8:55 wordt uitgelegd waarom een vrij vallende waarnemer naar de aarde valt door te stellen dat het referentieframe als het ware meevalt naar het centrum van de aarde.
Maar in het middelpunt van de aarde is geen zwaartekracht meer dus moet het daar ophouden met naar binnen gaan als functie van de tijd. echter een waarnemer die naar het centrum van de aarde zou vallen via een grote (vacuum) buis zou na het passeren van het centrum weer vertragen, en met een meevallend referentieframe zou dat frame dus ook aan de andere kant van het centrum moeten gaan vertragen. Maar dat conflicteert volgens mij dan met het feit dat alles in het filmpje richting centrum van de aarde gaat ook aan de tegenover liggende kant. Hoe zit dat dan want ergens klopt dan toch iets niet? Lijkt erop dat ook deze representatie als je er wat dieper over nadenkt weer tot veel vragen en onduidelijkheden leidt net zoals die voorstelling met kromgetrokken vlak.
Ik ken deze video, en hij is misleidend. De ruimte is niet constant krimpend, zoals de video suggereert. Dat zou betekenen dat de ruimte ophoopt in en rondom het centrum. De video toont de kromming van tijd als een krimpen van ruimte. Het is namelijk de gradient in de tijdscoördinaat die een object doet bewegen door de (statische) ruimte.
Licht buigt af door de kromming van de ruimte alleen. Zij bewegen niet door de tijd en traceren zogezegd de ruimtelijke kromming, terwijl heel langzame massieve deeltjes de tijdelijke kromming traceren, zogezegd.
Laatst gewijzigd door MartijnBril op za 06 nov 2021, 15:34, 1 keer totaal gewijzigd.
MartijnBril schreef: ↑za 06 nov 2021, 15:26
Licht buigt af door de kromming van de ruimte alleen. Zij bewegen niet door de tijd en traceren zogezegd de ruimtelijke kromming, terwijl heel langzame massieve deeltjes de tijdelijke kromming traceren, zogezegd.
volgens mij kopt dat niet, immers volgens het equivalentieprincipe valt de vallende lift net zoals een versnellende lift in een vlakke ruimtetijd dus valt zowel tov vrij zwevende massa als ook tov een lichtsttaal. Dus de lichtstraal merkt wel degelijk iets van de tijd.
Een lichtstraal volgt altijd een licht-achtige wereldlijn (hoe anders...). Deze lijn staat loodrecht op de tijd-as. Of dat nu in een vlakke ruimtetijd is of een vlakke. Er zal dus niets te zien zijn van gekromde tijd, als er al niets te zien is van vlakke tijd.
Je schrijft:
"immers volgens het equivalentieprincipe valt de vallende lift net zoals een versnellende lift in een vlakke ruimtetijd"
Ik ben niet zeker wat je hier bedoelt. Ik ken het equivalentie principe (lokale equivalentie), maar ben niet zeker hoe je hieruit afleidt dat licht zich WEL iets van tijdskromming aantrekt. Kun je dat iets verder toelichten?
MartijnBril schreef: ↑zo 07 nov 2021, 11:35
maar ben niet zeker hoe je hieruit afleidt dat licht zich WEL iets van tijdskromming aantrekt. Kun je dat iets verder toelichten?
zie https://www.quantumuniverse.nl/relativi ... ruimtetijd
het licht gaat rechtdoor in gebied zonder zwaartekracht, maar buigt af in de tijd in een gebied met zwaartekracht omdat je dat gelijk kunt stellen aan een gebied zonder zwaartekracht maar met een versnellende lift. dus een lichtstraal van opzij dooe de lift gaat dan afbuigen in de tijd.
In snap nog steeds niet waarom licht in een versneld frame door een gradient in de tijd zou worden afgebogen.In elk frame (versneld of in rust) beweegt het licht niet door de tijd, dus hoe kan het een gradient daarin "ervaren"?
MartijnBril schreef: ↑zo 07 nov 2021, 12:19
In snap nog steeds niet waarom licht in een versneld frame door een gradient in de tijd zou worden afgebogen.
Het licht gaat toch ook rechtdoor dus wordt niet afgebogen. Daardoor lijk het vanuit het versnellende frame dat het licht afbuigt. en omdat het versnellende frame niet te onderscheiden is van zwaartekracht volgens het equivalentieprincipe levert dat hetzelfde effect. Het enige verschl is dat er natuurlijk niets verplaatst, terwijl dat bij een versnellende lift we zo is. Dar zal waarschijnlijk ook het probleem vandaan komen dat de ruimte lijkt te krimpen in de tijd rondom een massa zoals de aarde. vraag is alleen hoe je je het dan wel moet voorstellen als het niet echt krimpt.