Ik heb maandag examen voor wiskunde en ik begrijp een vraagstuk helemaal niet. Kan iemand me daarmee helpen aub?
Hier is die:
Op elk van de zijden van een ruit met lengte van de diagonalen 6 en 8 nemen we een punt zodanig dat de vier punten de hoekpunten zijn van een rechthoek waarvan de zijden evenwijdig zijn met de diagonalen van de ruit. Bepaal de afmetingen van de rechthoek zodanig dat zijn oppervlakte een maximum bereikt.
Ik heb al een tekening gemaakt met een ruit met daarin een rechthoek. Ik weet dat ik een vergelijking moet op stellen: y=l.b
Ik heb l voorgesteld als x. Maar voor de rest weet ik niet hoe ik moet verdegaan. Kan iemand me aub helpen.