De energie 1/2.m.v^2 is dus relatief tov het referentiestelsel. dus als een massa stil staat tov een referentiestelsel en je gaat het referentiestelsel ineens een snelheid v geven dan is de energie tov dat stelsel ineens geen 0 meer maar 1/2.m.v^2
Dat zie je bijvoorbeeld terug in een rijdende trein waarin een koffiekarretje stil staat. dat karretje heeft dan geen kinetische energie tov de trein. Maar als de trein tegen een stootblok aan zou rijden en in een keer stil zou staan dan vliegt het karretje ineens met heel veel kinetische energie door de trein en moet je dus een energie 1/2.m.v^2 aan het karretje leveren om het tot stilstand te brengen. Maar je zou die energie ook al op kunnen bouwen terwijl de trein nog rijdt. als de trein bv 10 km per uur rijdt en je versnelt het karretje tot 10 km per uur tov de trein (dus staat dan stil tov de aarde) dan lever je dus eerst de energie 1/2.m.v^2 aan het karretje en als de trein dan botst en ineens stil staat dan is er ook geen kinetische energie meer in het karretje. uiteindelijk maakt het dus niet uit via welke tussenweg je van de ene in de andere situatie komt. Er moet dezelfde hoeveelheid energie toe of afgevoerd worden.