wnvl1 schreef: ↑vr 11 mar 2022, 02:15
HansH schreef: ↑do 10 mar 2022, 22:30
een belangrijke conclusie is blijkbaar dat het effect dat de richting van de kracht in de draairichting verschillend is op verschillende hoeken leidt dus tot de conclusie dat je de massa geconcentreerd in het zwaartepunt mag denken. Maar dat je niet voor de lengte dat zwaartepunt kan gebruiken maar via het traagheidsmoment moet werken en dat dat de periodetijd laat toenemen tov een enkelvoudige slinger als de massa wel op dezelfde afstand zit als bij een enkelvoudige slinger.
Ik denk dat je de conclusie toch nog eens moet herschrijven, ik vrees dat dit niet leesbaar is.
eigenlijk had Xilvo dat hier al opgemerkt:
Xilvo schreef: ↑do 10 mar 2022, 21:35
Dan kom je dus op
\(\theta(t)=a.cos(\sqrt{k1}t)\) (die t hoort buiten het wortelteken te staan).
De teller van die vorm voor k1 is de som van de momenten door alle massa's. Daar ben je aan het uitvinden wat iedereen al eeuwen weet, dat de zwaartekracht aangrijpt op het zwaartepunt.
- krachten_schomme; 933 keer bekeken
in de teller staat de som van de momenten. Wat daar gebeurt is dat voor elk massapunt in de schommel de kracht component van de zwaartekracht in de bewegingsrichting van de schommel anders is door de hoek die er gemaakt wordt.
dat sommeren levert blijkbaar als resultaat dat je net mag doen alsof dat via dezelfde totale massa gaat als die van het zwaartepunt van de hele schommel.
en in de noemer staat dan de som van alle bijdragen aan het traagheidsmoment. De teller is de aandrijvende kracht en de noemer is het totaal wat daarmee in beweging gebracht moet worden.
en dat levert samen met het verband tussen traagheidsmoment, koppel en hoekversnelling de differtiaal vergelijking op waar de beweging uit volgt.