Tijdens onze REM-slaap zijn onze spieren slap, we zijn ahw. verlamd, mogelijks met de bedoeling om zo te voorkomen dat we onze dromen gaan uit-leven. Als we bv. dromen dat we vechten, dan zullen we dus normaal geen vechtbewegingen uitvoeren. Bij de REM-slaap gedragstoornis loopt er echter iets fout, waardoor de spieren niet slap blijven en deze patiënt z'n dromen wél gaat uit-leven. Hij zal dus bv. beginnen vechten als hij droomt dat hij vecht.
In het eerste deel van de studie ging men na of bij mensen met de REM-slaap gedragstoornis de oogbewegingen gelijkaardig zijn aan de oogbewegingen van mensen zonder die stoornis. Dit bleek inderdaad zo te zijn, hun oogbewegingen waren vergelijkbaar. Daarna volgde men met speciale sensoren de oogbewegingen bij die patiënten (wanneer draaien ze naar welke richting) én tegelijk namen ze een video opname van welke bewegingen de patiënten maakten tijdens hun slaap (bv. een fictief voorwerp grijpen, groeten door hun hand op te steken, een ladder beklimmen). Tenslotte synchroniseerden ze de oogbewegingen van de patiënt met de bewegingen die de patiënt maakte. En daaruit bleek dat de oogbewegingen vooral gericht waren naar de actie die ze uitvoerden (dezelfde richting en hetzelfde vlak). Met andere woorden, ze keken naar datgene wat ze aan het uitvoeren waren. Dit klopte voor 90% van de oogbewegingen.
Vandaar ook het besluit van de onderzoekers dat de oogbewegingen tijdens de REM-slaap een afspiegeling zijn van het rond-kijken in onze droomwereld...
abstract van de studie: Leclair-Visonneau, Oudiette, Gaymard, Leu-Semenescu, Arnulf.Do the eyes scan dream images during rapid eye movement sleep? Evidence from the rapid eye movement sleep behaviour disorder model., Brain, 16 mei 2010Rapid eye movements and complex visual dreams are salient features of human rapid eye movement sleep. However, it remains to be elucidated whether the eyes scan dream images, despite studies that have retrospectively compared the direction of rapid eye movements to the dream recall recorded after having awakened the sleeper.
We used the model of rapid eye movement sleep behaviour disorder (when patients enact their dreams by persistence of muscle tone) to determine directly whether the eyes move in the same directions as the head and limbs. In 56 patients with rapid eye movement sleep behaviour disorder and 17 healthy matched controls, the eye movements were monitored by electrooculography in four (right, left, up and down) directions, calibrated with a target and synchronized with video and sleep monitoring. The rapid eye movement sleep behaviour disorder-associated behaviours occurred 2.1 times more frequently during rapid eye movement sleep with than without rapid eye movements, and more often during or after rapid eye movements than before. Rapid eye movement density, index and complexity were similar in patients with rapid eye movement sleep behaviour disorder and controls.
When rapid eye movements accompanied goal-oriented motor behaviour during rapid eye movement sleep behaviour disorder (e.g. grabbing a fictive object, hand greetings, climbing a ladder), which happened in 19 sequences, 82% were directed towards the action of the patient (same plane and direction). When restricted to the determinant rapid eye movements, the concordance increased to 90%. Rapid eye movements were absent in 38-42% of behaviours. This directional coherence between limbs, head and eye movements during rapid eye movement sleep behaviour disorder suggests that, when present, rapid eye movements imitate the scanning of the dream scene. Since the rapid eye movements are similar in subjects with and without rapid eye movement sleep behaviour disorder, this concordance can be extended to normal rapid eye movement sleep.
Dido