Als een arts wilt weten, wat een patiënt mankeert, moeten er systematische vragen gesteld worden over symptomen om een ziekte te identificeren. De methode lijkt op het determineren van planten.
Bestaat er een determineermethode voor ziektes?
Dat is lastiger met ziektes dan met planten, omdat ziektes veel heterogener zijn en geen organismen zijn die terug te voeren zijn op een overkoepelend “basisplan”. Zo is een bacteriële infectie iets wezenlijk anders dan een genetische koperstapelingsziekte of een vorm van coloncarcinoom; er is niet één basisplan. Wat artsen, ikzelf incluis, meestal doen is een anamnese en tractysanamnese afnemen (inclusief medische voorgeschiedenis, allergieën, medicatiegebruik, etc.), lichamelijk onderzoek uitvoeren, gericht biochemisch onderzoek laten uitvoeren (variërend van elektrolytconcentraties tot bloedbezinking tot leukocytendifferentiatie tot noem maar op) en eventueel op indicatie radiologisch/microbiologisch/genetisch/pathologisch/etc. onderzoek. Uiteindelijk ga je systematisch door deze informatie heen, analyseert de samenhang, de ruis, de causale keten en reconstrueer je wat er jaar waarschijnlijkheid gaande is, met in het achterhoofd patiëntkarakteristieken, statistiek en bijkomende relevante gegevens. Zo worden diagnoses in grote lijnen gesteld. Er is geen standaard-draaiboek voor.