In het Nederlands is het niet eenvoudig voor een niet-moedertaalspreker om zomaar te weten of een zelfstandig naamwoord grammaticaal mannelijk, vrouwelijk dan wel onzijdig is. Je kunt onzijdige woorden herkennen aan het lidwoord 'het', maar mannelijke en vrouwelijke woorden hebben allebei het lidwoord 'de'. Vaak zul je gewoon moeten opzoeken welk woordgeslacht een woord heeft, bijvoorbeeld op Woordenlijst.org, in het Groene Boekje of een woordenboek. Hier worden de woordgeslachten aangegeven met m. (mannelijk) of v. (vrouwelijk).
Moedertaalsprekers passen het juiste lidwoord gewoon zonder nadenken toe (net zoals de meeste Duitsers de naamvallen in hun taal gewoon gevoelsmatig toepassen), maar vooral mensen die op latere leeftijd Nederlands leren, of kinderen die opgroeien in een niet-Nederlandstalige omgeving hebben twijfels welk lidwoord gebruikt moet worden (de of het) en hoe naar een woord te verwijzen (bijvoorbeeld het, hem of haar). Het woordgeslachtensysteem in het Nederlands fluctueert namelijk nogal.
Wat is nu precies het woordgeslacht? Dat is een eigenschap van zelfstandige naamwoorden die de keuze van het bepaald lidwoord bepaalt en een rol speelt bij de keuze van de meeste voornaamwoorden. Het woordgeslacht regelt ook de verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord. Dit onderscheid vindt men in veel talen. Het Frans kent 'le' en 'la' voor respectievelijk mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden; het Spaans 'el' en 'la; het Duits heeft zelfs drie woordgeslachten (net als het Nederlands vroeger, hoewel dat in het Middelnederlands al is begonnen te vervagen), nl. 'der', 'die' en 'das'.
De Turkse taal echter kent echter geen bepaalde lidwoorden maar alleen een onbepaald, te weten 'bir'. En in het Arabisch is aan het zelfstandig naamwoord zelf af te lezen of het bepaald of onbepaald is, of het meervoud of enkelvoud is, en of het mannelijk of vrouwelijk is. Het geslacht van het woord kan voorspeld worden aan de hand van de betekenis van het woord, zoals vrouw, of koningin, maar ook door te kijken naar de laatste letter van het woord. Daarom is het met name voor Turkse en Marokkaanse mensen moeilijker om een woordgeslacht in het Nederlands te bepalen. Ze hebben immers in hun moedertaal geen referentie, waar bijvoorbeeld Duitsers, Polen of andere oostblok-immigranten dat wel hebben.
Lees verder:
https://onzetaal.nl/taalloket/mannelijk ... lijk-woord
https://taaladvies.net/woordgeslacht-algemeen/
Contra principia negantem disputari non potest.